Waar de wilde rozen groeien

België telt 19 soorten inheemse wilde rozen, waarvan er 16 zeldzaam tot zeer zeldzaam zijn. De bedreigde kraagroos komt sinds de eeuwwisseling nog maar op een 20-tal plaatsen in Vlaanderen voor. Wilde rozen maakten vroeger deel uit van een typisch Belgisch kleinschalig cultuurlandschap, ook wel bocage genoemd. Verweven in gevlochten veekeringen gaven ze niet alleen kleur aan het landschap, maar verzorgden ook een dienst voor struweelbroedvogels en ongewervelden.

Deze nutsfunctie inclusief het regelmatig onderhoud, viel echter weg als gevolg van de mechanisering van het landgebruik. Daarmee gingen ook groeiplaatsen van wilde rozen teniet door menselijk ingrijpen zoals verwijderen van hagen en houtkanten, herbicidengebruik en overbegrazing. Ook verdichting van boscomplexen na het stopzetten van hakhoutbeheer en het verdwijnen van bosranden zorgden voor een achteruitgang van wilde rozen.


Wilde rozen in België

In het kader van het Duurzaam Biodiversiteitsproject: ‘Een Urgentieplan voor de redding van provinciaal prioritaire soorten en koesterburen in Vlaams-Brabant’, werden in totaal 58 locaties uitgekozen waar gewerkt wordt rond 23 provinciaal prioritaire soorten en een tiental bijkomende soorten. Naast gevlekte ringslang, veldkrekel, beemdkroon en blauwe knoop, hoort daar ook de kraagroos bij.

België telt 19 soorten inheemse wilde rozen, waarvan er 16 zeldzaam tot zeer zeldzaam zijn. De bedreigde kraagroos komt sinds de eeuwwisseling nog maar op een 20-tal plaatsen in Vlaanderen voor. Daarbij overleeft deze dikwijls in kleine relicten waar regulier onderhoud, zoals snoeien langs voetwegen of hakhoutbeheer van houtkanten nog standhoudt. Maar de lage aantallen maakt de kraagroos zeer kwetsbaar. Tijdens de inventarisatie van kraagroos bracht Natuurpunt elf inheemse wilde rozen in kaart in het oosten van Vlaams-Brabant. In eerste instantie de bedreigde kraagroos, maar gaandeweg werden ook stijlroos (potentieel R. x. andegavensis), berijpte viltroos, schijnviltroos, gewone viltroos en bosroos in kaart gebracht. Om de lijst aan te vullen werden ook hondsroos, heggenroos, beklierde heggenroos, egelantier en schijnegelantier genoteerd. Ook de niet-inheemse soorten rimpelroos, veelbloemige roos en duinroos werden waargenomen, en waar mogelijk handmatig verwijderd. Natuurpunt wil in de toekomst ook een inventarisatie maken van wilde rozen in het midden en het westen van Vlaams-Brabant.

De vaak hoog-opgaande wilde rozenstruiken bieden niet alleen nestgelegenheid en bescherming aan struweelbroeders, evengoed fungeren ze als waard- en nectarplant, denk maar aan getekende rozenspanner of rozengalwesp, en dienen de talrijke rozenbottels als wintervoedsel voor lijsters of vos.

De bottels van kraagroos vormen een voedselbron voor vogels en andere dieren (foto: Pieter Vanormelingen).

Rozengeur en landschapsherstel

Primair werd het (hakhout-)beheer op te dichte groeiplaatsen hernomen om wilde rozen voldoende licht en lucht te geven of zelfs lokaal te verjongen. Daarnaast werden rozenbottels geoogst van een aantal bedreigde soorten en ex situ opgekweekt. Vrijwilligers van Natuurpunt ontfermden zich samen met professionele medewerkers over deze opkweek.

Na een driejarig traject werden in november 2019 een 150-tal wilde rozen op drie verschillende locaties aangeplant. Dit verkleint de kans op uitsterven aanzienlijk, zeker voor de kraagroos waarvan nog amper een vijftal exemplaren in het wild overleefden. Concreet werden een 70-tal wilde rozen aangeplant in het natuurgebied Grote Getevallei (Linter-Zoutleeuw). In Aronst Hoek (Geetbets) werd een 150m lange doornhaag van wilde rozen en tweestijlige meidoorn heraangeplant langs het wandelpad, terwijl in het natuurgebied Heibos (Kortenaken) twee groepen van telkens zes kraagrozen werden aangeplant op het plateau van Gelbergen.

In het Thesebroek werd een haag van wilde rozen aangeplant (foto: Koen Vertommen).

Bovendien werden rozenbottels overgebracht naar de zadenbank van de Plantentuin Meise voor langdurige bewaring.

Bron: Natuurpunt