Voorstellen om Bermbesluit aan te passen in functie van wilde bestuivers

Verschillende studies wijzen erop dat het niet goed gaat met de insectenpopulaties. In het kader van het Vlaams actieplan voor wilde bestuivers wordt geadviseerd om het Bermbesluit aan te passen en wordt nagegaan hoe de bermen langs wegen, waterlopen en spoorwegen zo goed mogelijk beheerd kunnen worden in functie van wilde bestuivers.

In een nieuw advies stelt INBO voor dat de maaidata van bermen afhankelijk worden gesteld van de aanwezige vegetaties en de doelvegetaties.


Het Bermbesluit geeft aan dat bermen niet mogen gemaaid worden voor 15 juni. Echter, bij soortenarme en productieve bermvegetaties is maaien na 15 juni te laat om bloemrijke graslandvegetaties te ontwikkelen. Wanneer een bloemrijke graslandvegetatie voorkomt op een berm is maaien rond 15 juni ecologisch niet wenselijk vermits net dan verschillende soorten bloeien. Het Bermbesluit stelt dat een tweede maaibeurt slechts mag uitgevoerd worden na 15 september. Als gevolg van de klimaatverandering groeit de vegetatie vaak tot eind oktober. Het is dan ook wenselijk om de tweede maaibeurt pas te laten plaatsvinden vanaf half oktober.

Bij onderhoudsbeheer is een maaibeurt vanaf begin juli wenselijk. Bij een omvormingsbeheer beschreven via een beheerplan kan er gemaaid worden vanaf half mei. Voor bermen zonder beheerplan steklt INBO voor om te maaien vanaf begin juli.

Een omvormingsbeheer kan ook bestaan uit een maai-graasbeheer waarbij gemaaid wordt half mei gevolgd door nabegrazing. Als onderhoudsbeheer kan een graasbeheer worden overwogen.
Wanneer een bloemrijke graslandvegetatie voorkomt op een berm betekent een gefaseerd maaibeheer een meerwaarde voor wilde bestuivers. Ook allerlei vormen van structuurvariatie in de vegetatie op bermen zijn een meerwaarde voor wilde bestuivers. Zoals momenteel aangegeven in het Bermbesluit is het tijdig weghalen van het maaisel cruciaal voor een ecologisch bermbeheer.

Het Bermbesluit stelt dat het maaibeheer dient te worden uitgevoerd zonder de ondergrondse plantendelen en de houtige gewassen te beschadigen. Dit is een te handhaven regelgeving. Ook het verbod van de toepassing van biociden op bermen blijft best behouden.

Een verbod op bemesting van of het aanbrengen van beheerresten (bv. baggerspecie) op bermen is een goede bijkomende regelgeving zodat een ecologisch bermbeheer niet wordt gehypothekeerd.

Invasieve duizendknopen en andere overblijvende invasieve plantensoorten worden best niet meegemaaid tijdens het reguliere maaibeheer gezien dit het risico op verbreiding kan bevorderen. Dit is niet van toepassing voor niet overblijvende invasieve plantensoorten die zich enkel via zaad verbreiden. Die worden best wel meegemaaid, aangezien zo de verbreiding wordt tegengegaan.

Lees hier het volledige advies van het INBO over de aanpassing van het Bermbesluit in functie van wilde bestuivers