Vervallen serres van Stuivenberg worden deels heropgebouwd

Na bijna twintig jaar heeft het Brussels Gewest beslist om de compleet vervallen serres van Stuivenberg in Laken gedeeltelijk herop te bopuwen. De zeventien serres worden afgebroken, zes ervan worden op exact dezelfde wijze heropgebouwd. De plek wordt ook toegankelijk voor het publiek.

De serres liggen op een terrein dat grenst aan de Tuinen van de Bloemist. Koning Leopold II kocht beide stukken grond in 1890. Op het hoger gelegen deel liet hij door zijn landschapsarchitect Emile Lainé een park in Franse stijl aanleggen. Het benedenterrein was bedoeld als grote kweektuin. Daar werden de groenten, fruit en planten voor het paleis geteeld worden. Er kwam een boomgaard en een faisanterie en architect Henri Maquet, die ook één van de Koninklijke serres ontwierp aan het paleis van Laken, bouwde er rond 1897 een hele reeks kweekserres. Tegen de vier meter hoge steunmuur op het zuiden trok hij een glazen galerij op, met een vijftiental kleinere serres en ook een orangerie.


Na de dood van de koning kwam het gehele domein in handen van de Koninklijke Schenking. Die verhuurde het eerst aan een plaatselijke kwekerij, daarna aan de federale diensten voor het Groenplan. Toen Leefmilieu Brussel het domein in 1993 in beheer kreeg, had het verval al toegeslagen. Leefmilieu Brussel maakte werk van een ambitieus restauratieproject voor het domein. De vroegere siertuinen werden in hun oude glorie hersteld en in 2005 onder de naam ‘De Tuinen van de Bloemist’ geopend voor het publiek. De lagergelegen serres, die dringend restauratie behoefden, bleven dicht.

‘Restauratie niet meer mogelijk’

De serres verkeren inmiddels in een erbarmelijke staat en zijn totaal overwoekerd. “Restauratie is niet meer mogelijk,” zegt Pierre Molter van Leefmilieu Brussel. “Daarom is beslist alle serres af te breken en alleen de zes belangrijkste, zoals de grote galerij en de orangerie à l’identique op te bouwen. De overige verdwijnen overigens niet helemaal. De lage steunmuren waarop de serrestructuren bevestigd zijn, blijven staan, zodat de ritmische opstelling niet verbroken wordt. Binnen de muurtjes komen moestuinen in openlucht.”

Leefmilieu wil de plek niet zelf uitbaten. Molter: “Voor de uitbating van de serres en de productie van de moestuinen willen we samenwerken met een vzw, die ook educatieve activiteiten kan organiseren.” Het terrein wordt opnieuw toegankelijk voor het publiek. Er komt een verbinding met de Tuinen van de Bloemist, zowel in het midden, via de reeds aanwezige trap, als aan de zijkant. Voorts komt er een toegang tot het serredomein via de Tuinbouwersstraat en de Sint-Albaansbergstraat.

Brussel-Stad leverde zopas de stedenbouwkundige vergunning af voor het project.

Bron: bruzz.be