Tuin van Buurenmuseum in Ukkel wint Europa Nostra prijs

De herinrichting van de “Pittoreske tuin” van het van Buuren Museum in Ukkel werd bekroond met de prestigieuze EU-prijs voor cultureel erfgoed, de Europa Nostra-prijs, in de categorie “Conservatie”.

De tuin hoort bij een villa in Art Deco stijl die in 1928 gebouwd werd door de eigenaar, de bankier-mecenas van Buuren. Voor de aanleg tekende Jules Buyssens, een tuinontwerper die indertijd internationale erkenning genoot. Sinds 1904 was diezelfde Buyssens eveneens inspecteur van de beplantingen van de Brusselse parken en promenades.


De villa werd nadien een museum en hoewel de algemene structuur van de tuin behouden bleef, waren de bloempartijen in de loop van de tijd verdwenen waardoor ook het beeld van de tuin zoals bedacht door de ontwerper verloren ging.

De ‘Pittoreske tuin’ die de landschapsarchitecte Anne-Marie Sauvat gerestaureerd heeft, is de enige Belgische prijswinnaar van de 28, gekozen uit 263 ingediende aanvragen.

Uniek stukje groen
De ‘Pittoreske tuin’ van het van Buuren Museum in Brussel werd in opdracht van de eigenaars aangelegd door Jules Buysssens (1872-1958), een tuinontwerper die toen al internationale erkenning genoot. De tuin werd in 1927-28 aangelegd, net voor de bouw van de villa waartoe hij behoort. De villa zelf, een art deco juweel in Hollandse stijl, werd nadien een museum.

De tweede rozentuin werd in 1935 voltooid. Hij is de enige beschermde privétuin in Brussel die voor het grote publiek toegankelijk is. Buyssens was destijds een van de belangrijkste grondleggers van de Belgische beweging rond ‘Pittoreske tuinen’. Typerend zijn de diverse niveaus en gezichten met de bedoeling op een beperkte ruimte een variëteit aan natuurlijke vormen te hebben: een wilde tuin, een watertuin of een veenderij, een rotstuin, een besloten tuin, boordsels met varens en kruiden. Het beekje dat doorheen de tuin loopt, bewijst hoe vindingrijk Buyssens kon omgaan met water. Met de jaren werd de tuin overmeesterd door de plantengroei en veranderden bepaalde plaatsen zelf van uitzicht. Een groot aantal experts in tuinaanleg, waterbeheer, smeedwerk, metsel- en timmerwerk werden ingeschakeld om een grondige restauratie van de tuin getrouw aan de uitzonderlijke stijl die aan het verdwijnen was, door te voeren.

“De jury waardeerde bijzonder de ervaring van de bezoekers die nu kunnen genieten van de gerestaureerde tuin, met een nieuwe beplanting, herstelde panorama’s en het unieke heraangelegd rosarium. Op die wijze kan men nu opnieuw beseffen welke uitzonderlijke renaissance de tuinaanleg in Brussel gekend heeft in het interbellum. Zonder deze restauratie zou deze opmerkelijke periode in de geschiedenis van de tuinen compleet verdwenen zijn. De vernieuwing slaat niet alleen op het esthetisch vlak, maar evenzeer op de keuze van de soorten planten. Zo werden bijvoorbeeld een variëteit aan rozen en andere verdwenen planten herontdekt en verder ontwikkeld. Dit is op zich al een waardevolle bijdrage aan het behoud van de tuinbouwkunst in Europa.”