Tien lessen rond groene hoogbouw
Begin juni vond in Amsterdam het Architectenweb netwerkevent over groene hoogbouw plaats. Vier sprekers deelden hun ervaringen met en visie op deze nieuwe ontwikkeling. De volgende vraag stond centraal: Kunnen we onze steden verdichten en tegelijkertijd de leefbaarheid en duurzaamheid ervan een impuls geven? Dat is de belofte van groene hoogbouw. Door het opnemen van beplanting tot op grote hoogte woont iedereen in het groen, met alle bijbehorende voordelen: frisse lucht, opvang van water en fijnstof, vergroting biodiversiteit, enzovoorts.
Zeker is dat in het licht van zowel de gevolgen van klimaatverandering als van de mondiale verstedelijking en verdichting groene hoogbouw een steeds prominentere rol kan gaan spelen. Dit type bebouwing biedt immers diverse mogelijkheden voor gezonde stedelijke verdichting, alsmede voor innovatieve architectuur die antwoorden biedt voor klimaatadaptatie.
Er waren vier sprekers. Friso Klapwijk is met zijn bedrijf Dakdokters gespecialiseerd in het aanleggen en onderhouden van groene daken en gevels. Met het ontwerpen van steeds meer groene hoogbouw groeien ook de vragen over de haalbaarheid, aanleg en het onderhoud.
Steven Delva van DELVA Landscape Architecture / Urbanism lichtte toe hoe de rol en inbreng van landschapsarchitecten verandert wanneer groen en architectuur steeds meer geïntegreerd worden. Het project ‘Crossroads’ bij Station Sloterdijk is daar een illustratief voorbeeld van.
Het bureau MVRDV stond met controversiële concepten als ‘Pig City’ (2001) mede aan de basis van de hernieuwde aandacht voor het combineren van hoge dichtheden en groene omgevingen. Gijs Rikken, architect en Associate Design Director bij MVRDV, lichtte de huidige praktijk en visie van het bureau in deze context nader toe. Daarbij speelt het project ‘Valley’ (2015) op de Amsterdamse Zuidas een belangrijke rol.
Paulo Russo vertelde over de visie en praktijk op het gebied van groene hoogbouw van het bureau Stefano Boeri Architetti. Dit bureau geniet natuurlijk wereldfaam op dit terrein vanwege hun Bosco Verticale in Milaan. Maar het timmert ook in Nederland aan de weg met twee ‘groene torens’: De ‘Trudo Toren’ (Toren K) in Eindhoven het project ‘Wonderwoods’ in Utrecht.
10 lessen
De presentaties leverden een aantal lessen op.
1. Begin bij de openbare ruimte
Een belangrijk inzicht bij het ontwerpen van groene hoogbouw is om dit type projecten nadrukkelijk te zien als een verlengde van de openbare ruimte. Hoewel hun (nog) opvallende voorkomen ze onderscheidt van veel andere – bestaande en nieuwe – bebouwing staan ze allesbehalve los van hun context. Deze torens kunnen zelfs alleen succesvol zijn als ze ontworpen en aangelegd worden in relatie met de omgeving en (eveneens groene) openbare ruimte dragen. Ze vormen zo letterlijk een stedelijke biotoop.
Op die manier kunnen deze projecten ook de vaak bijbehorende beloftes op het gebied van duurzaamheid en gezonde verstedelijking inlossen. Groene hoogbouw maakt dus bij voorkeur deel uit van een groen netwerk aan voorzieningen en ruimtes die begint in de openbare ruimte en zich voortzet in gebouwen. Deze intentie is bijvoorbeeld onderdeel van het ontwerp van ‘Valley’ aan de Zuidas.
2. Daktuinen hebben pad geëffend
De verder gevorderde ervaringen en expertise op het gebied van daktuinen kan ingezet worden bij de technische opgave van het aanleggen van verticale tuinen en groene gevels. Hoewel het onderhoud van een groene gevel natuurlijk een veel complexere (en kostbaarder) taak is dan dat van een daktuin, zijn er veel overeenkomsten. Bijvoorbeeld bij de aanleg van een passende voedingsbodem (substraat) die voldoende volume en massa bezit om beoogde vergroeiing daadwerkelijk te realiseren.
Ook in de keuze van beplanting die de specifieke condities kan overleven zijn er overeenkomsten. In beide gevallen zijn er beperkingen bij de inzet of aanplant van bepaalde typen begroeiing. Die beperkingen betreffen zowel de klimatologische- als weersomstandigheden (zon, neerslag en wind). Zo is het zowel voor daktuinen als groene gevels doorgaans lastig om bomen toe te voegen. Dit omdat ze relatief veel grond nodig hebben en veel wind vangen. Dat laatste belast niet alleen de bouw, maar ook de gebouwconstructie.
3. Koppel waterberging aan drainage
Het ontwerpen en bouwen van groene hoogbouw is ongetwijfeld een trend. Maar een die niet snel verdwijnt, omdat het ook past bij urgente opgaven op het gebied van klimaatverandering en verstedelijking. In het bijzonder zijn dat hittestress en een toename van regenval. Dit type gebouwen kan bij beide opgaven een rol van betekenis spelen. Bij het project ‘Crossroads’ bij Station Sloterdijk is deze ambitie bijvoorbeeld een centraal thema.
De groene gevel kan, in combinatie met daktuinen, in de eerste plaats bijdragen aan de steeds noodzakelijker wordende verkoeling van de stedelijke ruimte. Op het gebied van waterberging kan de begroeiing eveneens een rol spelen wanneer die gekoppeld wordt aan de drainage van de verschillende plantenbakken en andere plaatsen waar groen in, aan en rond het gebouw staat. Wanneer de regenval de behoefte van planten op bepaalde momenten overtreft kan het overtollige regenwater opgeslagen worden in bassins en vijvers rond en op het gebouw. Zo kunnen groene torens een stap in de richting van een meer circulaire stad zijn.
4. Maak het groen bereikbaar
Een vraag die zich bij veel ontwerpen opdringt is voor wie de groene gevels eigenlijk bedoeld zijn. Is het uitsluitend beschikbaar voor de bewoners van het betreffende gebouw en rest anderen slechts de sensatie van kijkgroen? Die selectieve benutting is wat ondermaats en er moet meer gestreefd worden naar collectieve varianten.
Om ruimtelijk segregatie op dit gebied te voorkomen is dus enige sturing nodig. Door het groen van dit type projecten bereikbaar te houden en toegankelijk te maken en te houden voor een grote groep stedelingen kan veel toekomstige, groene hoogbouw daadwerkelijk een collectieve voorziening worden. Dat kan in de eerste plaats door ook projecten met groene gevels te realiseren in de lagere koop- en huursectoren.
Maar ook het toegankelijk maken van groen in de verschillende type torens biedt uitkomst. Dat kan door de routing in de gebouwen te ontwerpen als(semi-)openbare ruimte die in stadia vanaf de begane grond toegankelijk is. De groene torens bieden een kans op een nieuwe publieke ruimte op grotere hoogten in de stad.
5. Vergeet de dieren niet
De bouw van nieuwe groene ruimte in de vorm van groene torens biedt naast flora ook veel kansen voor fauna in de stad. De begroeiing kan een nieuwe habitat vormen voor veel dieren. Daarbij gaat het nadrukkelijk om meer dan het toevoegen van nestkastjes. De verschillende variabelen, zoals positie ten opzichte van de zon en hoogte, bieden mogelijkheden voor vlinders, insecten en vogels die niet in nestkasten broeden.
De gebouwde constructies zorgen op deze manier voor een verzachting en extra natuurlijke componenten in een doorgaans stenige, stedelijke omgeving. Natuur en stad kunnen door middel van dit type gebouwen op een nieuwe wijze beter met elkaar worden verweven.
6. Detaillering van de gevel
De detaillering van een groene gevel wordt beïnvloed door twee belangrijke factoren: aanzicht en onderhoud. Met name de positionering van balustrade en begroeiing luistert nauw. De intensiteit van een groene gevel neemt toe wanneer de begroeiing voor de balustrade wordt geplaatst en het aanzicht van het groen van buitenaf dus onbelemmerd is.
Daarmee wordt echter wel een conditie gecreëerd waarbij onderhoud van het groen van buitenaf noodzakelijk is. Als de begroeiing immers binnen de balustrade staat kan dat vanuit de woningen plaatsvinden. Het onderhoud van buitenaf is echter geen sinecure en kan kostbaar en arbeidsintensief zijn. De wijze waarop de Bosco Verticale in Milaan met behulp van abseilende alpinisten-tuinmannen wordt onderhouden is daar een bewijs van.
7. Ontwerp een stevige draagconstructie
Het toevoegen van groen aan een gevel biedt veel kansen voor een groenere en aangename leefomgeving in en om de toren. Voor de constructie van het gebouw zelf heeft het echter wel enige consequenties. Door het gewicht van de plantenbakken, grond/substraat én (steeds groter groeiende) planten en bomen zijn substantiële aanpassingen in berekening en aanleg van andere voorzieningen in de draagconstructie noodzakelijk.
De combinatie van het gewicht van de diepe bakken, begroeiing en windbelasting sluit het simpelweg toevoegen van groen en groenvoorzieningen aan bestaande vloerconstructies uit. De berekening van die belasting is een kwestie die architect constructeur én aannemer nader moeten uitzoeken en bepalen. Alle partijen zijn in deze ontwikkelingsfase van groene gevels ook afhankelijk van opgeleverde voorbeeldprojecten en casussen. Tot die er in voldoende mate zijn – en lessen daaruit geleerd kunnen worden – is het ontwerpen en bouwen van groene hoogbouw in zeker zin een kwestie van learning by doing.
8. Onderhoud hoeft niet duur te zijn
De bescheiden ervaringen op het gebied van onderhoud tot nu toe laten een beeld zien dat de kosten daarvan vooral in de eerste jaren hoger zijn. In die beginfase moet de begroeiing immers aanslaan en blijkt welke planten wel of niet geschikt zijn en vervangen moeten worden. Na die startfase, wanneer de beplanting wortel heeft geschoten, bestaat het onderhoud vooral uit snoeien. De gevolgen van extreme weersomstandigheden, zoals droogte daargelaten. Daarnaast is het ook denkbaar dat bewoners en eigenaars na verloop van tijd behoefte hebben aan het vervangen van bepaalde planten om praktische of esthetische redenen.
Het onderhoud en monitoring van een groene toren is derhalve gebaat bij een gronding en goed voorbereidingsproces vooraf. Het onderhoud is idealiter onderdeel van het ontwerp. Door het van meet af aan incalculeren van de wijze en (on)mogelijkheden van onderhoud worden onaangename verassingen of problemen in een later stadium voorkomen. Het afsluiten van een langdurend en integraal onderhoudscontact voor het gehele gebouw met eigenaar, de vereniging van eigenaars of verhuurder ligt dus voor de hand.
9. Bouwen en groeien starten gelijktijdig
Bij de planvorming rond een te bouwen groene toren gaat al in een relatief vroeg stadium de nodige aandacht uit naar de beplanting. Voor het ‘functioneren’ langs een gevel leent zich namelijk niet elke planten- of bomensoort. Een zorgvuldige selectie, bepaald door situering van de toen, klimaat en overheersende weersomstandigheden, is een belangrijke factor.
Ook moeten de geselecteerde planten en bomen, vooruitlopend op hun definitieve plaatsing aan of op het gebouw, al wennen aan de bakken of potten in de uiteindelijk constructie. Het groen groeit dus parallel aan de bouw van de toren. De bomen voor het project Toren K in Eindhoven groeien bijvoorbeeld al in een tijdelijke ‘pot’ om ervoor te zorgen dat ze een niet te groot wortelpakket hebben. Deze pre-fase biedt ook de eenvoudiger en goedkoper gelegenheid om mindere exemplaren te vervangen door betere. Na plaatsing aan het gebouw is dat een veel kostbaardere klus.
10. Het is een leerproces
Het idee van groene torens in hun huidige vorm is nog van relatief recente datum. De plannen, ontwerpen en renders van beoogde groene gebouwen overtreffen op dit moment nog ruimschoots het aantal daadwerkelijk gerealiseerde projecten. Daarbij staat het leerproces van de specifieke kennis en kunde voor het succesvol combineren van groen en gebouwen nog in de kinderschoenen.
Er zijn vooralsnog ook nog geen handboeken beschikbaar en in het onderwijs is het eveneens een nieuw onderwerp. Wel beschikt Nederland met zijn traditie van hoogwaardig, kunstmatig verbouwen van gewassen en kassenbouw over een potentieel aan ervaring en kennis die ingezet kan worden bij deze opgave.
In het algemeen bevinden we ons we met groene hoogbouw dus in een pioniersfase. Maar de aan de groei en vanzelfsprekende aanwezigheid van groene torens in stedelijke omgevingen kan gezien de toegevoegde waarde en noodzakelijkheid in het licht van klimaatverandering en verdere verstedelijking eigenlijk niet meer getwijfeld worden. Het is een ingezet groeiproces dat niet meer zal stoppen, maar hoogstens in vorm, aanpak en verschijning zal transformeren.
Bron: Architectenweb.nl