Tentoonstelling / De Tuin en de Tuinman [VIDEO]

In Het Glazen Huis in het Amstelpark in Amsterdam is momenteel een tentoonstelling te zien waarin de tuinmannen van het park de hoofdrol spelen. Kunstenaar Irene Fortuyn ontwikkelde op uitnodiging van Zone2Source een project rondom de tuinman.

Als gevolg van de economische recessie zijn de budgetten voor de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte de laatste jaren geslonken. Tegelijkertijd neemt de publieke belangstelling voor de natuur, ecologie en duurzaamheid in de stad sterk toe. Welke rol zou de tuinman kunnen spelen in deze veranderende omstandigheden? was de centrale vraag die Irene Fortuyn zich in het project De Tuin en de Tuinman stelde. Tuinmannen vormen een enorme bron van kennis over het park, over zijn geschiedenis, planten en dieren maar ook over hoe de mensen het park gebruiken. Door deze kennis en vaardigheden te delen zou de relatie tussen het park en de omgeving kunnen worden versterkt.


Ode aan de tuinman

Als voormalig Floriade park is het Amstelpark een perfecte locatie om te onderzoeken hoe een stadspark in een gemeenschappelijke tuin veranderd kan worden waarin de mensen die zorg dragen voor het park verbonden worden met de gebruikers, die doorgaans gescheiden van elkaar zijn.

Aanleiding voor de tentoonstelling is Nico van der Ree die sinds de Floriade van 1972 – dus meer dan 40 jaar lang – de tuinman van het Amstelpark was en die eind 2016 met pensioen ging. Fortuyn wilde niet alleen een ode brengen aan Van der Ree maar wilde zich ook verdiepen in het onderhoud van het Amstelpark en van parken in het algemeen.

De tentoonstelling is opgebouwd rond een film van anderhalf uur die ze opnam met Nico Van der Ree die tuinman Klaas Noordhuis, de levenspartner van wijlen dichter C.O. Jellema, rondleidt door het Amstelpark. In een tweede film praat Fortuyn uitgebreid met de tuinmannen van het Amstelpark en beleidsmakers. Ze sprak met de hele keten van tuinmannen die het Amstelpark beheren, van de man van de reclassering die de paden schoon blaast tot aan de planoloog die de nieuwe parken bedenkt.

 

Still van video met Klaas Noordhuis en Nico van der Ree (beeld: Marco Sweering)

De onderliggende vraag is hoe de rol van de tuinman opnieuw bekeken kan worden als een onderdeel van een duurzaam model van gemeenschappelijk beheer van onze openbare ruimte, circulair en inclusief in plaats van hiërarchisch en exclusief. Hoe kan de stem en kennis van hen die voor het land zorgen en de geschiedenis ervan met zich meedragen, gehoord worden en een impuls geven aan de ontwikkeling en de zorg voor het gemaakte land en de openbare ruimte?

Dat leverde een stroom aan kennis en herinneringen op. Met foto’s, tekeningen, kaarten en verhalen. Gecombineerd met een aantal kunstwerken die de kunstenaar eerder maakte in relatie tot de natuur.

Op de vloer van het Glazen Huis liggen takken. Het lijken afgewaaide takken uit het park, maar bij nader toezien zijn ze van brons. Choices heet het kunstwerk. Elke tak splitst zich in twee takken die weer in twee takken uiteengaan, enzovoort. Tuingereedschap als een riek, bezems, schep en een houten hooihark prijken als kunstvoorwerpen tegen de muur. Kuipplanten staan er ’s winters veilig, als in een oranjerie.

 

 

“Doorgeefkennis”

Net als in eerdere kunstwerken gaat Fortuyn op zoek naar kennis van mensen „die met hun voeten in het land, in de modder staan”. Ze noemt dat „doorgeefkennis”. Daarmee wil Fortuyn naar eigen zeggen de „stem van tuinbazen en hun onmetelijke bron van kennis” opnieuw waarderen.  „Voor veel mensen zijn tuinmannen anoniem”, vertelt Fortuyn in een interview in het NRC. „Een tuinman spreek je niet snel aan. Vaak zijn mannen die werken in het groen daar geplaatst door de reclassering. Hierdoor hebben ze een wat eng imago. Dat wil ik doorbreken in deze ode aan de hovenier.”

“Voor mij is een tuin het symbool van het Nederlandse landschap, een sculptuur door mensenhand gemaakt. Net als ons land moeten tuinen doorlopend onderhouden worden. Een willekeurige parkbezoeker vergeet dat weleens. Die kijkt niet achter de schermen waar tuinlieden wieden en snoeien, onderhoud plegen, schoffelen. In het Amstelpark met zijn 38 hectare werken tien tuinmannen. Als zij het park niet in stand houden, dan neemt de wilde natuur het over. Zij zijn de zorgdragers van het openbare groen.”

Doorgeefkennis van tuinlieden is noodzakelijk. „Medewerkers van projectbureaus beslissen over ons landschap vanachter tekentafels en via computermodellen”, aldus Fortuyn. „Dat geldt ook voor gemeentelijke beleidsmakers. Deze mensen kennen het woord ‘wieden’ niet eens en om te bezuinigen wil de parkmanager preventief snoeien. Dat betekent drie jaar van tevoren, dat bespaart kosten. Maar voor een tuinman is dat een onwezenlijk idee: een boom verdient elk seizoen aandacht. In ambtelijke taal bestaan bomen niet, het zijn objecten met een onderhoudscode, bijvoorbeeld C4. Dit bewijst hoe belangrijk taal en kennis van tuinmannen zijn.”

Tijdens de tentoonstelling wordt de bezoeker uitgenodigd een selectie te maken uit een lijst met woorden die betrekking hebben op het park. De ingevulde lijsten zullen door de kunstenaar uitgewerkt worden tot park poëzie kaarten die in de laatste week van de tentoonstelling in het Glazen huis afgehaald kunnen worden.

 

 

De tentoonstelling loopt nog tot en met 19 maart 2017.

Meer informatie over de tentoonstelling vindt u hier.