Sportvelden / Natuurgras, kunstgras of hybride: wat kiezen?

Natuurgras kennen we allemaal, maar het kwalitatief steeds beter wordende kunstgras is zeker in opmars. Ook de hybride tussenvorm – waarbij kunstgras gecombineerd wordt met natuurgras, is sterk in opmars. Zeker in de professionele voetbalwereld overtuigt het hybride grasveld steeds meer gebruikers. Internationale toppers als Real Madrid en AC Milaan gebruiken het al vele jaren, en het dringt ook stilaan bij ons door.

Een overzicht


Werpen we een blik op de velden van onze huidige sterkhouders in het voetbal, dan leren we dat elke aanleg zijn ‘volgers’ heeft. Anderlecht zweert bijvoorbeeld nog altijd bij een volledig natuurlijke grasmat. Club Brugge koos ruim twee jaar geleden voor een hybride mat, die tijdens de recente winterstop voor de eerste keer vervangen werd. Aan de andere kant van het spectrum vinden we Sint-Truiden met een competitieveld volledig uit kunststof.

1. Natuurgras

De meeste voetbalclubs geven nog altijd de voorkeur aan natuurgras. Een goede grasmat vergt echter veel voorbereiding, een perfecte aanleg en continu onderhoud.
De aanleg van een natuurgrasveld op topniveau neemt al gauw enkele weken in beslag, rekening houdend met alle technische voorzieningen zoals drainage, beregening, veldverwarming… Een amateurveld kan uiteraard in enkele dagen worden aangelegd.

Voor de aanleg van een nieuwe grasmat moet de bestaande vegetatie meestal verwijderd worden en moet het terrein geëgaliseerd worden. Een belangrijk aandachtspunt is de waterdoorlaatbaarheid. Daarbij zijn drainage en beregening van het allerhoogste belang. Hoe hoger het niveau, hoe meer extra vereisten. Zo is een ondergrondse beregening al snel onontbeerlijk, net als een drainage met sleufvulling (om de 3 meter). Verder kan de grond opzij gezet moeten worden (afhankelijk van de granulometrie), wordt eventueel een zandbed opgebouwd, volgt de inzet van een bodemverbeteraar en zal ook de korrelgrootteverdeling en de voedingstoestand van de bodem onderzocht worden. Honderd procent professioneel wordt het als er niet enkel met graszoden wordt gewerkt, maar als er, bijvoorbeeld, ook veldverwarming wordt toegevoegd of als er kunstgras uitloopstroken zijn voorzien.

Een ander belangrijk aspect is het juiste grasmengsel. De voorbije jaren gebeurde er heel wat research naar de veredeling van grassoorten. Voor een voetbalveld wordt meestal een mengeling van Engels raaigras en veldbeemdgras gebruikt. Dat er voor twee uiteenlopende grassoorten gekozen wordt, heeft uiteraard zijn redenen. Veldbeemdgras zorgt met zijn uitspreidend wortelgestel voor stevigheid. Omdat ‘elk nadeel zijn voordeel heb en omgekeerd’: dit type gras herstelt moeilijk als het beschadigd wordt. Om de onvermijdelijke open plekken in te vullen wordt daarom meestal teruggegrepen naar Engels raaigras. De voorbije jaren is druk gezocht naar variëteiten van Engels raaigras die ook bij lage temperaturen kiemen. De nieuwe variëteiten hebben tegenwoordig genoeg aan 4 tot 5 °C om te kiemen.

Bij de heraanleg van een voetbalveld is klassiek inzaaien vaak geen optie, zeker niet tijdens de winterstop. Onder meer Anderlecht koos deze winter bij de heraanleg van het grasveld voor gigantische, vooraf (in Nederland) geteelde grasrollen met een breedte van 2,40 meter. Hierdoor houdt het gewicht de mat op zijn plaats en is het veld meteen bespeelbaar.
Een sportveld van natuurgras vergt ook veel onderhoud. Op amateurniveau moet een veld tijdens een seizoen om en bij de 25 maaibeurten aankunnen, drie bemestingsbeurten, onkruid- en ziektebestrijding, indien nodig walsen (na vorst) en één keer per jaar verticuteren en borstelen bij mulch-maaien. Daarna volgt in de zomer het uitvlakken van het terrein, het verluchten en het doorzaaien.

Professionele velden vragen een veel intensiever onderhoud. Een aantal voorbeelden: 125 maaibeurten per jaar met een kooimaaier, maandelijks bemesten op basis van de bodemanalyse, inzetten van biologische preparaten om de bodemvruchtbaarheid en weerstand van het gras te verbeteren,… tot zelfs het voorzien van groeilampen. Kortom: bij professioneel gebruik moeten er zoveel parameters in het oog gehouden worden dat een professioneel onderhoudsteam geen luxe maar een noodzaak is. Het dagelijks onderhoud (regelmatig maaien, bemesten, irrigeren) zal in belangrijke mate bepalen hoe een veld de winter doorkomt. Maar professionele velden moeten vaak elk jaar vernieuwd worden.

2. Kunstgras

Een sportveld van kunstgras bestaat voor honderd procent uit kunstvezels, waaraan 1 cm zand met korrels gevoegd wordt. Bij vroegere versies ging het om vermalen rubber, maar tegenwoordig gebruikt men dikwijls het (veel duurdere) TPE.

Sportveld in kunstgras hebben een aantal evidente voordelen op natuurgras. Een dergelijk terrein is altijd bespeelbaar, en het onderhoud is redelijk eenvoudig. Het moet niet gemaaid, besproeid en bemest worden. De materialen die tegenwoordig gebruikt worden, zijn zowel kind- als diervriendelijk.

Nadeel is dan weer dat bij de aanleg van kunstgras altijd minimaal 25 cm moet afgegraven worden en dat een fundering nodig is. De totale opbouw kan al snel 40 cm bedragen. Bij natuurgras kan er vaak met de bestaande grond worden gewerkt. Topvelden moeten op een zandbed gelegd worden, waarvoor ontgraving/vervanging van de bestaande grond nodig is.

Over kunstgras bestaan echter nog altijd veel vooroordelen. Het ziet er onnatuurlijk uit, het is niet leuk om op te spelen of te voetballen, het is slecht voor de gewrichten van een sporter… Veel van die vooroordelen kloppen echter niet langer. Bij de jongste ontwikkelingen die we zagen tijdens tapijtbeurzen (het is geen toeval dat tapijtwevers ook kunstvezels voor grasvelden ontwikkelen) viel onder meer niet op hoeveel aandacht er besteed wordt aan het uitzicht van het gras, maar ook aan het aanvoelen van het gras zelf. Het is dikwijls nog moeilijk het verschil te zien met natuurgras. En misschien het allerbelangrijkste: bij de nieuwste ontwikkelingen loopt de sporter bij een sliding niet meteen een fikse brandwonde op.

Toch ziet het er niet naar uit dat kunstgras massaal zal gebruikt worden voor sporten die traditioneel beoefend worden op natuurgras (zoals bijvoorbeeld voetbal, rugby of golf). Sint-Truiden is daarbij eerder een uitzondering. Bij andere sporten zoals hockey, is kunstgras veel populairder, vooral omdat bij deze sport de bal eerder moet rollen dan stuiten.
In het voetbal hebben oefenvelden in kunststof wel hun plaats veroverd. Daarnaast merken we dat de fabrikanten steeds nadrukkelijker op het recreatieve segment mikken. Een tuingazon, een dakterras, een speeltuin, bedrijventerreinen, rotondes…

3. Het hybride (sport)grasveld

De hybride grasmatten combineren het beste uit twee werelden. Er bestaan momenteel twee soorten of methoden.
De eerste methode die, zeker op de Belgische sportvelden, sterk in opmars is, zijn grasrollen uit kunstgrasvezels en natuurgras. Het gaat om een doordringbare mat van kunstvezels met open ‘poriën’ waarbij de tussenruimtes gevuld worden met natuurgras.

Het tweede systeem werkt volgens een gelijkaardig principe, maar in plaats van matten worden in een bestaande grasmat 20 tot 25 cm lange kunstvezels machinaal in de grond gedrukt. Dit systeem, dat in België (nog) niet wordt gebruikt, vinden we wel bij heel wat Engelse top-voetbalclubs. Dit systeem zorgt voor een zeer stabiele grasmat. Nadeel is dat de grasmat heel diep moet afgegraven worden als ze moet vervangen worden.