Sierteeltketen belangrijke introductieroute van uitheemse planten

Van alle gevestigde exoten in de Nederlandse natuur is zo’n 62 % afkomstig uit de sierteeltketen. Dit stellen onderzoekers van de Radboud Universiteit en Floron.

Het onderzoek werd gedaan in opdracht van het bureau Risicobeoordeling en onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Hieruit bleek dat van de 2438 uitheemse plantsoorten die momenteel in Nederland in het wild worden waargenomen, zo’n 62 % (1529 soorten) planten zijn die worden verhandeld in de sierteeltsector  of die onbedoeld meeliften met de import van sierplanten, opkweekmateriaal en zaaigoed. Niet alle waargenomen soorten kunnen zich in Nederland definitief vestigen, maar op dit moment zijn 63 (ruim 4%) van de 1529 geïmporteerde uitheemse sierplantsoorten die in Nederland zijn waargenomen al gevestigd én (potentieel) invasief. Verdringing van inheemse soorten, aantasting van biodiversiteit en gevolgen voor functioneren van ecosystemen zijn potentiële effecten van deze soorten, aldus het rapport.


Het bekenste voorbeeld hiervan is wellicht de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica). In 1823 werd deze uit Japan in Nederland ingevoerd als sierplant, inmiddels worden vele miljoenen uitgegeven aan de bestrijding van deze exoot. Andere voorbeelden zijn watercrassula (Crassula helmsii), reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera), waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora), parelvederkuid (Myriophyllum aquaticum), reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), rimpelroos (Rosa rugosa) en diverse Cotoneastersoorten.

Volgens de onderzoekers is het zorgwekkend dat het aantal waarnemingen van verwilderde sierplanten sterk toeneemt. Mogelijke verklaringen daarvoor zijn dat de sierteeltsector continu zoekt naar nieuwe soorten en afzetmarkten. Ook neemt de internationale handel toe, waarmee de kans dat uitheemse soorten worden geïmporteerd verder stijgt.

Om de introductie en verspreiding van (potentieel) invasieve plantensoorten te voorkomen, kan de sierteeltsector zelf meer verantwoordelijkheid nemen door het invoeren van een quick scanvan de potentiële risico’s van nieuwe uitheemse plantensoorten die zij willen importeren, en door de import, kweek, handel en aanplant van ‘bewezen’ potentieel invasievesoorten zelf al te beëindigen. Op die manier kan de sector vooruitlopen op uitbreidingen in de (inter)nationale regelgeving voor invasieve exoten. De sector kan tevens een rol spelen bij de communicatie en bijscholing in verschillende schakels van de sierteeltketen (telers, importeurs, vervoerders, detailhandel, hoveniers) over effecten van invasieve exoten en beschikbare alternatieven, aldus nog het rapport.

U kunt hier het volledige rapport ‘Risico’s van de sierteeltketen als introductieroute voor invasieve exoten’ downloaden