Richtlijnen voor voldoende koele plekken in de stad

Het onderzoeksrapport ‘De hittebestendige stad – Een koele kijk op de inrichting van de openbare ruimte’ van de Hogeschool van Amsterdam, Hanzehogeschool Groningen, Wageningen Environmental Research en Tauw geeft richtlijnen voor het hittebestendig inrichten van de buitenruimte.

 


Het klimaat verandert. Het wordt natter en heter. Voor wateroverlast en waterveiligheid weten we ongeveer hoe dat moet. Voor hitte is nog niet duidelijk wat er moet gebeuren. En dat is zorgelijk, want hitte kan grote problemen geven. Hitte kan leiden tot extra sterfte en zal het leven in de stad bovendien steeds vaker onaangenaam maken, aldus het rapport. Duidelijk is dat er aandacht nodig is op het sociale vlak (o.a. in de zorg), voor gebouwen (koele binnenruimtes) en voor de buitenruimte.

Hittebestendige ontwerpen

Stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, projectontwikkelaars, waterbeheerders en andere professionals bij gemeenten weten vaak niet welke eisen ze moeten stellen aan nieuwe hittebestendige ontwerpen van de stad, van wijken en van straten. Ze weten niet wat de gewenste hittebestendige eindsituatie van een ontwerp is en welke maatregelen nodig zijn om een hittebestendig ontwerp te realiseren. Onderzoekers en professionals werkzaam bij gemeenten hebben de afgelopen twee jaar onderzocht hoe gemeenten inzicht kunnen krijgen in de vragen wat hun hitteopgave is en welke maatregelen en ontwerprichtlijnen effectief zijn.

Het rapport adviseert onder meer om de hitteopgave voor een bepaald gebied te bepalen met getallen die aangeven hoe vaak hitte nu en in de toekomst zal optreden. Het rapport stelt drie soorten hittekaarten voor om inzicht in de hitteopgave te krijgen: temperatuurkaarten, hitterisicokaarten en toetsings- of maatregelenkaarten.

In het onderdeel over hittemaatregelen worden twee doelen vooropgesteld.

  • Het ene doel is tijdens hete periodes de gemiddelde luchttemperatuur in de stad zo laag mogelijk te houden. Dit kan het beste door meer verdamping te creëren. Over het algemeen leidt 10 procentpunt meer groen tot een verlaging van de luchttemperatuur met grofweg 0,5°C . Dat is op een hete dag natuurlijk niet veel (het verschil tussen 34,5 en 35°C), maar gemiddeld zal het overdag en ’s nachts dan toch iets koeler zijn.
  • Het andere doel is overdag de hitte te beperken en de stad leefbaar te houden door voldoende koele plekken te creëren. Daarvoor gebruikt het rapport de gevoelstemperatuur PET als indicator. In de schaduw is de gevoelstemperatuur 10-15°C lager dan in de zon. Schaduw creëren is dan ook de meest effectieve manier om de gevoelstemperatuur omlaag te brengen.

Deze twee doelen zijn samengevoegd in een drietal bruikbare en toetsbare ontwerprichtlijnen die gemeenten bij het (her)inrichten van hun openbare ruimte kunnen hanteren.

  • Afstand tot koelte: Iedere woning moet zich voldoende dicht bij een aangename en aantrekkelijke koele verblijfsplek bevinden (voorstel: binnen 300 m). Het moet een plek zijn van minimaal 200 m2 waar de gevoelstemperatuur beneden 35°C blijft.
  • Percentage schaduw op belangrijke looproutes en in buurten: Er is op het heetst van de dag voldoende schaduw (voorstel minimaal 40%) op belangrijke looproutes, zodat essentiële functies in de stad voor iedereen bereikbaar blijven. Ook is er op het heetst van de dag op loopgebieden in buurten voldoende schaduw (voorstel minimaal 30%), zodat de buurten aantrekkelijk blijven.
  • Percentage groen per buurt: Er moet zoveel groen zijn dat er verdamping kan optreden en de gemiddelde luchttemperatuur wordt beperkt.

Het onderzoeksconsortium is van mening dat met de voorgestelde richtlijnen de hitteopgave tot eenvoudige hanteerbare regels is teruggebracht, omdat de richtlijnen het mogelijk maken om hitte als een extra ontwerpeis bij een (her)inrichtingsproject te hanteren.

Er nog geen eenduidige definitie voor de verblijfskwaliteit van een koele plek. Als vervolg op het ‘Hittebestendige stad’ onderzoek willen de onderzoekers de komende zomer in 5 gemeenten op verschillende locaties in de stad metingen en een belevingsonderzoek doen naar wat op een hete dag als een aangename verblijfsplaats wordt ervaren.

Meer informatie is te vinden in het rapport De hittebestendige stad – Een koele kijk op de inrichting van de buitenruimte.