Plantentuin Meise moet toeristische topattractie worden

In de Plantentuin Meise zijn de werken gestart voor een nieuw serrecomplex van 7.100 m² en twee gloednieuwe onthaalgebouwen. Dat is de volgende grote stap van het Masterplan van de Vlaamse Overheid, die meer dan 103 miljoen euro investeert in een geweldige transformatie. Tegen 2026 moet Plantentuin Meise  uitgroeien tot een toeristische topattractie en een wetenschappelijke referentie van wereldformaat.

 


De Plantentuin Meise is een van de grootste plantentuinen in de wereld. De komende jaren worden de gebouwen van de Plantentuin gerenoveerd en uitgebreid. BOB 361 Architecten maakte hiertoe in 2009 een ruimtelijk masterplan dat drie fases omvat, gespreid over twaalf jaar.

Renovatie Plantenpaleis

Het Plantenpaleis dat in 1950 gebouwd werd, werd recent gerestaureerd. Via een sierlijke stalen luifel kom je nu binnen in de strakke inkomhal aan de noordelijke gevel. In de plaats van de oude trappen, loopt aan de noordelijke ingang nu een gloeiend pad langs een grote vijver met fontein. Zo is het Plantenpaleis ook toegankelijk voor rolstoelgebruikers en kinderwagens. Het ontwerp daarvoor is van Landinzicht, de omgevingswerken gebeurden door Krinkels.

Rozentuin

De nieuwe Rozentuin gaat dit jaar open. Deze tuin, ontworpen door buro voor vrije ruimte uit Gent, vertelt het verhaal van wilde, oude en moderne tuinrozen. De nadruk ligt op de meer dan honderd wilde rozensoorten, maar ook de Belgische cultivars zullen ruim aan bod komen.

Nieuwe onthaalinfrastructuur

Een groot pijnpunt voor de Plantentuin is de huidige bezoekersontvangst. Een nieuwe onthaalinfrastructuur biedt een waardig toekomen voor de bezoekers. Het onthaal wordt het visitekaartje van de plantentuin, waarbij hedendaagse architectuur van NU Architectuuratelier de toegangspoort vormt voor een eeuwenoud domein vol unieke plantenbelevingen.

Aan de Hoofdingang komt een ontvangstplein en een onthaalgebouw, met plaats voor ticketverkoop, een verkooppunt, sanitair en kantoren voor medewerkers. Ook aan de ingang Meise-Dorp komt een ontvangstplein en een onthaalgebouw, met plaats voor ticketverkoop, een klein verkooppunt, sanitair en een conciërgewoning. De 19de eeuwse kasteelboerderij behoudt haar historische karakter, maar krijgt in de toekomst 3 functies: een gastenverblijf voor buitenlandse onderzoekers, een bijkomende conciërgewoning en een polyvalente ruimte.

Atelier Arne Deruyter zorgt voor de landschappelijke integratie.

Alle werken gebeuren in overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed en het Agentschap Natuur en Bos. Zo werd in onderling overleg met deze Vlaamse Agentschappen beslist om 11 oorspronkelijke beuken langs de eeuwenoude kasseiweg, die de hoofdinkom verbindt met het Kasteel van Bouchout, te vervangen door de aanplanting van 48 watercipressen of Metasequoia glyptostroboides. Verder moet de Eredreef volledig opengebroken worden voor rioleringswerken en uitgebreide werken aan nutsvoorzieningen, maar dit soort historische dreven hebben een grote cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarde. Het is daarom belangrijk om het historische karakter van deze verbinding tussen de ingang en de kasteelzone te behouden.

De Groene Ark
De wetenschappelijke uitstraling van de Plantentuin krijgt dan weer extra glans met de bouw van ‘de Groene Ark’: een gloednieuw serrecomplex van 7.100 m², inclusief een polyvalente ruimte waar het wetenschappelijk werk van de Plantentuin gedemonstreerd wordt. Het nieuwe serrecomplex vormt de perfecte aanvulling op de twee bestaande serrecomplexen, die momenteel niet toegankelijk zijn voor het publiek. In 40 onderling verbonden kassen worden nu ca. 9 000 plantensoorten, waarvan een groot aantal bedreigde, bewaard en opgekweekt en worden de onderzoeks- en oranjeriecollecties gehuisvest. Het dienstgebouw (dat aan de serres grenst) wordt ook gerenoveerd om de thuis te worden van de zadenbank en de kantoren van de onderzoekers.

Het nieuwe serrecomplex ‘De Groene Ark’ zal verschillende ecologisch gegroepeerde plantensoorten huisvesten. Ook zullen er planten gekweekt worden voor onderzoek. Bezoekers kunnen de serres bewonderen in het paviljoen te midden van het kassencomplex. Na renovatie krijgt het aangrenzende dienstgebouw verschillende functies: kantoren, een zadenbank, rust- en sanitaire ruimtes voor de tuiniers en opslagruimte. Het nieuwe serrecomplex werd ontworpen door Nu architectuuratelier en Ar-te. Atelier Arne Deruyter zorgt voor de landschappelijke integratie.

Culinaire belevingstuin

De ommuurde tuin aan de Oranjerie krijgt de invulling van een culinaire belevingstuin. De bezoeker krijgt er een goed beeld van wat we vroeger aten en wat er nu op ons bord komt. De nieuwe tuin zal begin 2020 opengaan. De nieuwe tuin werd ontworpen door landschapsarchitect Arne Deruyter in samenwerking met studioMOTO en plantendeskundige Steven De Bruycker van Boomkwekerij Willaert.

Door het niveau centraal om hoog te brengen, vervalt de drempel tussen binnen en buiten. Door de natuurlijke helling te herstellen en alle bovenzijden van de kweekvakken op gelijk niveau uit te werken, ontstaan bakken die uit de helling komen. Ook ontstaat er daardoor een gravitaire afwatering die uitmondt in de verschillende waterbassins. Een afwisseling tussen strakke zones voor echte kweek met landschappelijke zones zorgt voor een boeiend beeld. Een nieuwe uitkijktoren zorgt, samen met de historische moerascypressen, voor verticaliteit. Zones voor bloemen in functie van vlinders en bijen, creëren massaal kleur. Verder komt er een buitenkeuken en twee serres die zullen dienen als leerplekken.