Green Deal_Natuurlijke Tuinen

Paul Geerts over de Green Deal ‘Natuurlijke Tuinen’

De Green Deal ‘Natuurlijke Tuinen’ die in november 2020 werd gelanceerd, wil partners uit de hele tuin- en groensector samenbrengen en aanmoedigen om actief mee te werken aan een meer natuurlijke, biodiverse inrichting van tuinen in Vlaanderen. De achterliggende idee is dat ons tuinenlandschap een belangrijke positieve rol kan spelen in de context van klimaatverandering, biodiversiteit, verbetering van de leef- en woonomgeving en in het algemeen in de transitie naar een duurzamere samenleving in Vlaanderen.


? Het volledige artikel door Paul Geerts – groenexpert en hoofdredacteur van CG Concept – lees je in het Jaarboek 2021. Bestel hier en geniet van gratis verzending!

Wat zijn de Green Deals?

Green Deals zijn een instrument van de Vlaamse Overheid die groene initiatieven en dynamiek in de samenleving bundelen en sterker maken. Het gaat om een vrijwillige overeenkomst tussen (privé)partners en de Vlaamse overheid om samen een groen project te starten. Daarbij worden milieudoelen nagestreefd die hand in hand gaan met een verhoogde competitiviteit en een goede bedrijfsvoering. Alle partijen engageren zich om te doen wat binnen hun mogelijkheden ligt om het project te realiseren. De resultaten van acties worden publiek gemaakt, zodat anderen er ook van kunnen gebruikmaken en leren.

De Green Deal ‘Natuurlijke Tuinen’ richt zich tot alle Vlaamse tuin- en groenprofessionals, zoals tuinaannemers, tuinontwerpers, lokale en bovenlokale overheden, sectororganisaties, projectontwikkelaars, kwekers, tuincentra, producenten van tuinmaterialen, onderwijsinstellingen…

(Lees verder onder de foto’s.)

Waarom een Green Deal ‘Natuurlijke tuinen’?

Een belangrijk deel van Vlaanderen bestaat uit tuinen. Allemaal samen beslaan de circa twee miljoen privétuinen 9 procent van het Vlaamse grondgebied. Dat is relatief veel in vergelijking met andere vormen van bodemgebruik zoals natuurgebied (3 %) of bos (11 %). Het aandeel tuinen neemt nog elk jaar toe. Uit berekeningen van Valerie Dewaelheyns bleek bijvoorbeeld dat er in de vijftien jaar tussen 1990 en 2005 91 km² tuin was bijgekomen. 8 procent (10,6 ha) tuin was nieuw in 2002-2005.

Als we kijken waar die tuinen liggen, dan zien we dat tuinen circa 21 procent van het grondgebied van de stedelijke gebieden uitmaken, 6,5 procent van het buitengebied en ruim 11 procent van het agrarische gebied.

(Lees verder onder de foto.)

De Vlaamse tuinen blijken vooral geconcentreerd te zijn rond de grotere steden en langs belangrijke verbindingswegen. De grootste concentraties aan tuinen in Vlaanderen vinden we op de hoekpunten van de Vlaamse ruit, namelijk Brussel, Gent, Antwerpen en Leuven. Ook de streek rond Hasselt en Genk en de streek rond Kortrijk met een uitloper naar Brugge vormen een zwaartepunt voor de tuinconcentratie. De gemeenten die tot de landbouwgebieden van West-Vlaanderen en de fruitteeltgebieden van Limburg behoren, kennen daarentegen een lage concentratie aan tuinen. Privétuinen zijn met andere woorden volgers van verstedelijking en zijn het meest gebruikte type ‘open ruimte’ in de verstedelijkte gebieden.

Gelet op de ruimtelijke impact van tuinen in Vlaanderen en hun verdeling over het grondgebied kunnen we het ons niet langer permitteren om de tuin alleen of vooral te bekijken als een privéparadijs, een puur individueel verhaal. Het droombeeld van een tuin is voor iedereen natuurlijk anders. Sommigen zien de tuin op de eerste plaats als een plek om met familie of vrienden te verpozen of te spelen; voor anderen is het ook of vooral een plek om actief of passief te genieten van de natuur of om zelf groenten en fruit te kweken; voor nog anderen is het vooral een esthetisch genoegen of misschien een statussymbool… Maar als je even uitzoomt en naar het hele tuinenlandschap en hun ruimtelijke impact kijkt, dan zie je dat die tuinen ook een belangrijke ecologische en maatschappelijke rol kunnen spelen.

(Lees verder onder de foto.)

Ecosysteemdiensten

In de context van de grote uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden, zoals de druk op de open ruimte en de stadsverdichting, de klimaatverandering met droge hete zomers en hevige regenval, en de achteruitgang van de biodiversiteit, groeit met name het besef dat de tuin een potentiële leverancier is van wat met een moeilijk woord ecosysteemdiensten wordt genoemd. We hebben het dan onder meer over verkoeling, wateropvang en -infiltratie, koolstofvastlegging, het tegengaan van geluidsoverlast en het opvangen van luchtvervuiling, voedselvoorziening, belevingswaarde, gezondheid en welzijn… Het belang van dat laatste is in deze corona-tijden overigens nog sterk toegenomen.

Met enige overdrijving zou men kunnen zeggen dat de klimaatadaptatie begint in de eigen tuin. Denk maar aan de opvang en infiltratie van water, het tegengaan van het zogenaamde hitteeilandeffect, het opslaan en vasthouden van koolstof (CO2), enzovoort.

(Lees verder onder de foto’s.)

Ook wat biodiversiteit betreft blijken tuinen in stedelijke gebieden, ondanks de relatief kleine oppervlakte en de versnippering, hotspots te zijn met een zeer hoge diversiteit aan plantenen dierensoorten. Tuinen mogen, zeker in een stedelijke en randstedelijke omgeving, op het vlak van behoud en versterking van biodiversiteit niet langer als groene eilandjes worden gezien, maar als cruciale knooppunten in een groen-blauw netwerk. Het geheel van tuinen binnen een bepaald gebied vormen ook een groene landschappelijke structuur met veel potentie op het vlak van biodiversiteit.

Dit vraagt echter om een aangepaste benadering van tuinontwerp, -inrichting en -beheer.

Verder lezen?

» Bestel het CG Jaarboek 2021

Annual 2021 jaarboek cg concept magazine vakmagazine vakblad professionele groensector klimaatuitdagingen klimaatoplossingen urbanisme groenaanleg groenruimte tuinaanleg tuinarchitecten landschapsarchitecten groendiensten tips trends

 


De Green Deal Natuurlijke Tuinen is een initiatief van het Kenniscentrum tuin+ van de Erasmushogeschool Brussel, samen met de Belgische Vereniging van Tuin- en Landschapsarchitecten (BVTL), de Belgische Federatie van Groenvoorzieners (BFG), GroenGroeien en AVBS, het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) en de Landelijke Gilden, met de steun van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid.


Tekst en fotografie: Paul Geerts