Ondanks crisis kijkt sierteeltsector hoopvol naar de toekomst

De sierteelt was één van de zwaarst getroffen sectoren in de coronacrisis. Maar de telers blijven niet bij de pakken zitten. Vier jonge siertelers deelden tijdens het digitale ledencongres van AVBS, de federatie van de siertelers en groenvoorzieners, hun verhaal. Opvallend: ondanks de pandoering, zien ze de toekomst positief in.

 


Dat de sierteelt zwaar in de klappen gedeeld heeft van de coronacrisis, is geen nieuws. Net bij de start van het hoogseizoen sloeg de eerste golf toe, sloten de winkels noodgedwongen de deuren en kwam de export tot stilstand. De siertelers zagen op slag hun afzetkanalen wegvallen. “Bij de telers zijn er massaal veel planten in de vuilbak beland”, vertelt Febe Floré van Microflor, gespecialiseerd in de veredeling en vermeerdering van orchideeën en helleborussen. “De hele keten stropte en die impact was voor iedereen voelbaar.”

Ook bij Elfie Raes van familiebedrijf Raes Bloemzaden stonden op het moment van de lockdown in maart alle planten klaar in de serre om uit te leveren. “Frankrijk is een belangrijke afzetmarkt voor ons. Dus moesten we bang afwachten wat er zou gebeuren met het transport en de grenzen. Dat is gelukkig blijven lopen, maar toen stroomden de annulaties binnen”, zegt ze.

Voor Gert Gernée (Gernée Siergrassenkwekerij) was de periode tussen half maart en begin april heel zwaar. “Ik dacht dat ik mijn bedrijf kwijt was. Normaal vertrekken dagelijks tussen de 70.000 en 80.000 planten. Plots was dat teruggezakt naar 3.000 planten per dag, en dat hield een dag of 10 aan. Dan weet je het even niet meer.”

Maar na die eerste crisisfase is er een inhaalbeweging gekomen, dankzij de koopwoede van de consument. “We hebben niet alles kunnen compenseren, want de drukste maanden in het voorjaar waren weggevallen”, klinkt het bij Jan Nijs van sortimentskwekerij Heyeveld. “Maar we hebben veel kunnen inhalen.”

Die koopwoede was ook Febe opgevallen. “De toeloop op tuincentra voor bloemen in de tuin en in huis was ongezien. Dat bewijst voor mij dat niet enkel voeding, maar ook ons product essentieel is. Het draagt immers bij aan het welzijn van de mensen tijdens zo’n crisis. Als ondernemers in de sierteelt mogen we daar fier op zijn en dat mogen we ook uitdragen.”

Maar dat neemt niet weg dat de telers de komende 2 jaar de gevolgen zullen dragen van de crisis. “Wij zijn met een levend product bezig”, zegt Gert. “Al 2 jaar op voorhand ben je al bezig met die cyclus.”

Never waste a good crisis

Toch biedt de coronacrisis ook nieuwe kansen. Zo zien veel telers dat enkele zaken versneld werden ingevoerd, zoals investeringen in modernisering en automatisering. “Ook het vertrouwen van onze mensen in het bedrijf is sterker geworden door recht te krabbelen na de crisis”, aldus Febe. Op vandaag is haar bedrijf wereldwijd de 3de grootste veredelaar van orchideeën. “Die positie willen we behouden en nog verder uitbouwen. Corona is een rimpel in ons groeiverhaal waardoor het wat vertraging heeft opgelopen, maar dat komt nadien wel weer in orde.”

Elfie ziet geen andere optie dan te blijven doorgaan en kijkt naar verschillende mogelijkheden voor de toekomst. “We blijven ons specialiseren, bijvoorbeeld in producten die voor anderen moeilijk te produceren zijn, waarin wij kunnen uitblinken. Ook automatisatie blijft een belangrijk onderdeel om de bedrijfsvoering te verbeteren. Zeker als je weet dat wij moeten concurreren met enkele grote firma’s die aan lage loonkosten werken. De focus op automatisatie is belangrijk om de personeelskosten te drukken. Maar dat betekent niet dat we met minder mensen zullen werken”, benadrukt ze. “Zij blijven de kern van ons bedrijf. We zullen ze slimmer en efficiënter inzetten om in de toekomst verder vooruit te gaan.”

Gert noemt de coronacrisis een “klein dipje in de geschiedenis”. Voor hem is het niet onlogisch dat er eens een slecht jaar tussen zit. “Als het enkele jaren erop weer vollenbak is, dan is het maar zo geweest. We hebben nog vele jaren te gaan en op lange termijn komt het zeker goed.”

Bron: VILT