© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Landschap leidt!

Het werk van LOLA Landscape Architects is de laatste jaren steeds meer in het teken van de klimaatcrisis komen te staan. Niet alleen in ontwerpprojecten speelt dit een steeds grotere rol, ook ontwikkelt LOLA ideeën door middel van onderzoek en tentoonstellingen.

De klimaatcrisis dwingt ons om alternatieve toekomsten te onderzoeken en te ontwerpen. De omvang van de uitdagingen waar de samenleving voor staat, zet landschapsarchitecten aan om groot te denken en ons de transitie van grote gebieden over een lange tijdshorizon voor te stellen. Maar of iets werkt, blijkt pas in de praktijk. Dus naast visionair onderzoek is het noodzakelijk om praktische plannen te ontwikkelen die bijdragen aan het oplossen van de huidige klimaatuitdagingen en toekomstige crises.


Veel van de klimaat- en biodiversiteitsproblemen manifesteren zich in onze leefomgeving. Landschapsarchitectuur kan een leidende rol spelen in het samenbrengen en vormgeven van oplossingen. LOLA wil op verschillende niveaus experimenteren om nieuwe ideeën en oplossingen te testen waarbij klimaat en natuur centraal staan. In dit proces werkt het bureau niet alleen, maar wordt er voortdurend gezocht naar partners, nieuwe opdrachtgevers en lokale bewoners die mee willen werken. Het doel is om zoveel mogelijk mensen te betrekken bij de zoektocht naar een klimaatbestendige, natuurpositieve en rechtvaardige samenleving.

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Overgangsmoment

We leven in een tijdperk van transities: systemische veranderingen die langzaam plaatsvinden maar fundamenteel zijn. Ons energiesysteem, mobiliteitssysteem, onze voedselvoorziening en industriële productie moeten radicaal veranderen om klimaatverandering te vertragen en uiteindelijk te stoppen. Onze watersystemen moeten zich aanpassen aan de effecten van klimaatverandering. Natuurbescherming moet veel systematischer worden om het catastrofale verlies van biodiversiteit te stoppen.  

De destructieve neveneffecten van het moderne leven zijn vanaf het begin zichtbaar geweest en werden al vroeg gesignaleerd door bijvoorbeeld Rachel Carson (Silent Spring) en de Club of Rome (Grenzen aan de Groei). Organisaties als Greenpeace en WNF ontstonden in dezelfde tijd. Toch duurde het meer dan 50 jaar om de druk op te bouwen die nodig was om het systeem echt te veranderen. Voor transities zijn drie dingen nodig: bewustzijn, urgentie en gelegenheid. De samenleving moet zich bewust zijn van het probleem, de urgentie moet gevoeld worden om te veranderen en de kansen moeten aanwezig zijn om verandering mogelijk te maken. Op dit moment zijn alle drie deze voorwaarden aanwezig. Hoewel de koolstofconcentraties in de atmosfeer nog steeds stijgen en we bijna wekelijks in het nieuws worden geconfronteerd met de gevolgen van het destabiliserende klimaat, groeit hernieuwbare energie aanzienlijk, worden er steeds meer alternatieven voor vleesproductie ontwikkeld en worden er wereldwijd serieuze stappen gezet in de richting van een circulaire economie. 

Veel van deze veranderingen worden gedreven door technologische innovatie en gaan ervan uit dat we geen concessies hoeven te doen aan ons leefcomfort, sterker nog, dat we er op vooruit zullen gaan. Maar de mensheid is inmiddels zo talrijk en de verslaving aan vooruitgang zo groot, dat er een breed gedeelde overtuiging is ontstaan dat onze samenleving nooit klimaatneutraal zal worden met technologische innovatie alleen. In 2018 voorspelde de EU bijvoorbeeld dat het scenario van 1,5 graden opwarming in 2050 alleen haalbaar en betaalbaar zou zijn met fundamentele veranderingen in gedrag en cultuur, zoals voedings- en consumptiepatronen. De urgentie van het klimaat vereist zowel technologische als culturele innovatie.

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Natuur – en bodemgericht

Het is fantastisch om in deze tijd landschapsarchitect te zijn. Niet alleen zijn er veel problemen om op te lossen (uitgeputte bodems, overstromingsrisico’s, droogte, hitte in de steden, afnemende biodiversiteit) en transities om vorm aan te geven (energiesysteem, verkeerssysteem, voedselsysteem), het is ook de algemene filosofie van landschapsarchitecten die vandaag de dag zo hard nodig is. 

Landschapsarchitecten spannen zich in om de complexe natuurlijke omstandigheden van een locatie te begrijpen, zodat ze kunnen ingrijpen met een minimale of zelfs positieve impact op de omgeving en anticiperen op een veranderend klimaat. In tegenstelling tot architectuur is landschapsarchitectuur nooit normvrij geweest en begint het met de ambitie om in harmonie met de natuur te leven. Het begint met een missie. Nu we bij het transitiemoment zijn aangekomen, lopen landschapsarchitecten voor op architecten, stedenbouwkundigen en andere ontwerpers.

Landschapsdenken – oplossingen die zijn gebaseerd op de natuur en de bodem – wordt steeds belangrijker in de ruimtelijke planning van steden, regio’s en landen. Landschapsarchitectuur is een beroep waarbij veel wordt samengewerkt. In deze samenwerkingsverbanden groeit de rol van de landschapsarchitect.

Landschapsgestuurde masterplanning wordt steeds populairder. ‘Landschap leidt’ staat niet gelijk aan ‘landschapsarchitect leidt’, maar het is een kleine stap. IFLA, de internationale federatie van landschapsarchitecten, promoot het idee dat landschapsarchitecten in samenwerking met andere disciplines moeten optreden als ‘thought leaders’.

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Van woord naar daad

De tijd heeft de landschapsarchitect dus op het hoofdpodium gezet. Wat doen we met deze positie en al deze aandacht? Kunnen we aan de verwachtingen voldoen? Of worden we ergens in meegesleurd, zoals in Kosinski’s film Being There, waar de eenvoudige, nuchtere observaties van de hoofdpersoon worden aangezien voor diepe wijsheid en het slechts een kwestie van tijd lijkt te zijn voordat de wereld erachter komt? Of zijn landschapsarchitecten in feite greenwashers van problematische stedelijke groei, die oldschool vastgoedhandel en vervuilende stedelijke expansie verpakken in een progressief verhaal over natuurinclusiviteit en klimaatadaptatie?  

LOLA werkt op verschillende schaalniveaus aan het testen en bewijzen van conceptuele ideeën die bijdragen aan de klimaattransitie. Ook al heeft elk schaalniveau zijn eigen tijdshorizon en abstractieniveau, de rode draad is dat LOLA gelooft dat dit de tijd is om grote ideeën over systeemverandering om te zetten in actie, en dit door middel van kleinere en grotere innovaties voor elkaar te krijgen. Het bureau zoekt (en vindt) opdrachtgevers, experts en mensen die bereid zijn om samen de grens te verleggen en te streven naar een klimaatbestendige toekomst. Vijf voorbeelden worden er uitgelicht, van groot naar klein.

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Sponsland 

Op regionaal schaalniveau is het tijd voor actiegerichte vergezichten. Een voorbeeld hiervan is het plan Sponsland, dat LOLA samen met Yttje Feddes regisseerde, in samenwerking met gemeente en provincie Groningen en een bonte selectie van acht ontwerpbureaus uit binnen- en buitenland. Het is een regionaal perspectief op hoe klimaatadaptatie kan worden gebruikt als hefboom om andere waarden in het landschap te versterken. Dit werd op acht locaties in detail uitgewerkt. In elk van de uitwerkingen werd een toekomstbeeld gekoppeld aan een concreet plan voor de komende jaren, dat samen met stakeholders uit het gebied tot stand kwam.

Omdat klimaatadaptatie overal in de wereld speelt, hebben we op twee manieren de collectief opgedane kennis gedeeld met de rest van de wereld. Allereerst werd elk ontwerpbureau gevraagd om een innovatie te destilleren uit hun ontwerp, die elders ook toepasbaar kan zijn. Dit heeft geleid tot concepten zoals een ‘waterbatterij’ en ‘slootjesrevolutie’. Daarnaast is er een manifest geschreven, met daarin 10 principes voor klimaatadaptief ontwerp. De combinatie van uitvoeringsgerichte plannen, een verleidelijk vergezicht en een communicatie-offensief heeft er toe geleid dat het project doorleeft in beleidsplannen en ook al eerste stappen richting uitvoering krijgt.

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Merwede kanaalzone Utrecht

Op schaalniveau van de stad speelt de mobiliteitstransitie een belangrijke rol. Voor de openbare ruimte betekent dit vooral: minder blik, meer groen. De wijk Merwede, waarvoor LOLA alle openbare ruimte ontwerpt, is hiervan een vooruitstrevend voorbeeld. In deze dichtbevolkte stadswijk woon je in een stedelijk natuurgebied. De autovrije wijk maakt ruimte voor flora en fauna, ontmoeten, spelen, wandelen en fietsen. In deze wijk wordt alleen verhard waar dat nodig is, de rest is groen. Dit groen wordt gebruikt om de klimaatuitdagingen aan te gaan waar de wijk in de toekomst mee te maken zal krijgen. Tegelijkertijd vormt dit groen ook de Merwede-biotoop, een verzameling van verschillende ecotopen. Zo ontstaat een leefgebied voor egels, zangvogels, klokjesbijen, kopvoorns, vleermuizen en mensen samen midden in de stad. De beplanting is divers en gelaagd. Geen kort gras met bomen maar bodembedekkers, kruiden, vaste planten, heesters en bomen vormen een natuurlijk beeld. Er is ingezet op een grote variatie aan beplanting die goed is voor de ecologie maar die ook de seizoenen benadrukt en een rijk beeld oplevert. De basis is inheems, aangevuld met uitheemse soorten die in de stad aanwezig zijn. Om zo veel mogelijk groen te maken, wordt de verharding gedimensioneerd op frequent gebruik – sporadisch gebruik hoeft niet verhard te zijn. Zo kan het zijn dat de brandweer bij een noodsituatie deels door het groen moet rijden, maar dit wordt daarna dan weer hersteld.

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Poelzone Westland

Park Poelzone is een nieuwe, 21 hectare grote natuurverbinding in het Westland. Het combineert de herstructurering van glastuinbouw met waterberging, natuurontwikkeling, nieuwe recreatieve routes en verplaatsing van woningen. Het geeft ruimte aan een 1,5 kilometer lange meanderende fietsroute en 15 woningen. Maar belangrijker is dat er veel water is toegevoegd, met langgerekte ecologische oevers en meer dan twee hectare paaigrond voor vissen, gecombineerd met recreatieve ruimte voor bezoekers. Om ervoor te zorgen dat de verschillende leefgebieden voor fauna ook echt werken, is nauw samengewerkt met ecologen. LOLA had als doel om natuur en mens samen te brengen. Dit kwam onder andere tot uiting in de ontwikkeling en plaatsing van ‘beestenbomen’, torens van nestplaatsen voor verschillende vogelsoorten. Ook is met NEXT architects samengewerkt om een vleermuizenbrug te maken, met nestplaats voor vleermuizen aan de onderkant van de brug. 

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Stadhuispromenade Almere

Nu we klimaatverandering aan den lijve ondervinden door overstromingen en stedelijke hitte, voelen steden de urgentie om te kunnen anticiperen op deze effecten. Klimaatadaptatie lag aan de basis van de transformatie van de Stadhuispromenade in Almere. Op basis van de ideeën en wensen van de bewoners heeft LOLA het verharde marktplein in het centrum van de stad omgetoverd tot een natuurlijk stadspark met minimale, hergebruikte verharding. Zo ontstond een weelderig groen stukje natuur direct naast het stadhuis. De plantbedden liggen lager om zo veel mogelijk regenwater te kunnen opvangen. Blikvanger is het 110 meter lange kunstobject ontworpen door LOLA in samenwerking met Jan van der Ploeg, dat de stedelijke bezoekersstroom door de groene ruimte leidt, en het midden houdt tussen een zitelement en een speelelement. 

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Superbloei Arnhem  

Op schaal van de plek is het de uitdaging om alle klimaatambities te laten samenkomen op een manier die visueel sterk is en tot de verbeelding spreekt. Naast het provinciehuis in Arnhem heeft LOLA samen met Arjan Boekel van Coöperatie Bloeimeesters het project ‘Superbloei’ gerealiseerd. Het stadsbestuur van Arnhem heeft in het coalitieakkoord 2022-2026 een ambitieuze visie geschetst om de stad radicaal te vergroenen. Superbloei is een van de eerste doorwerkingen van deze visie. Het project is erop gericht zo veel mogelijk verharding te verwijderen en de biodiversiteit rond het Prinsenhof te vergroten. Het begon met de ambitie om een tijdelijke tuin te realiseren om de bewoners van Arnhem te laten zien dat het menens was met de groenambities van het college, maar het ontwikkelde zich tot een ‘groeituin’, die in het eerste jaar een kleurrijke explosie biedt en vervolgens evolueert tot een permanente tuin die aansluit op de lokale ecologie. Superbloei is een recept dat op deze plek getest wordt, en vervolgens kan worden uitgerold over delen van de Arnhemse singelstructuur en het Bestuurskwartier. Omdat de herdenking van de Tweede Wereldoorlog in deze hoek van Arnhem een belangrijke rol speelt, is de beplanting zo uitgekozen dat er op de twee belangrijkste herdenkingsmomenten in het jaar een uitbundige bloei van bollen is. 

In verschillende van onze projecten werkt LOLA samen met Coöperatie Bloeimeesters om beplantingsplannen te ontwikkelen die de kwaliteit van de omgeving duurzaam verbeteren. In alle projecten vertalen LOLA en Bloeimeesters een conceptueel idee over de ruimte naar concrete beplantings- en beheerplannen, met specifieke sferen en onverwachte momenten van bloei. 

Voor het Superbloei-project creëerde Arjan Boekel een in de tijd gelaagd beplantingsplan voor de tuin. Het evolueert van een weelderig bloemenveld naar robuuste ecologische plantenborders. De aanvankelijk aangeplante vaste planten in de witte zandgrond trokken meteen de aandacht. Dit wordt in het volgende seizoen opgevolgd door een bloei van eenjarigen. In de loop der jaren zal de bloei geleidelijk afnemen en plaats maken voor de vaste planten die op de achtergrond groeien.

www.lola.land

© LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel

Tekst: Peter Veenstra (Partner, Landschapsarchitect) & Mark Spaan (Landschapsarchitect) bij LOLA Landscape Architects
Foto: LOLA Landscape Architects, Arjan Boekel