Kortrijk / Bouwproject “Broelkant” creëert binnenstedelijk park

Zopas werd in Kortrijk een belangrijk inbreidingsproject “Broelkant” met 71 residentiële appartementen in de nabijheid van de Broeltorens langs de Leie gepresenteerd.

 


De monumentale Broeltorens en het smalle brugje over de Leie-arm zijn een icoonbeeld van Kortrijk. Rond deze site ontwikkelde zich in de loop der jaren een klooster met kapel en uiteindelijk een complex voor onderwijs. Na de beslissing om het klooster en het erg verouderd schoolcomplex te sluiten werd aan prof. Guy Châtel van de Gentse Universiteit de opdracht gegeven een masterplan op te maken dat de mogelijkheid van bebouwing op de site onderzoekt en dient om een waardebepaling te kunnen opmaken bij verkoop. Uiteindelijk werd de groep Immogra gekozen en volgde de fase met een wedstrijd waarbij een shortlist van negen bureaus werd opgemaakt en besproken met het stadsbestuur.

 

Wedstrijd

De wedstrijdvraag omvatte de restauratie van twee 17de-eeuwse Patriciërswoningen, de herbestemming van een middeleeuwse kloosterkapel van de zusters Paulinen, vier nieuwe woonblokken met 71 appartementen en een ondergrondse parking met 100 parkeerplaatsen en 100 fietsstaanplaatsen.

Uit de drie ingediende projecten werd het project van architect Bart Lens en zijn equipe gekozen. Het uiteindelijke ontwerpvoorstel ontstond in samenwerking met erfgoedexpert Johan Grootaers en de landschapsarchitecten van Buro Groen.

 

Vele troeven

Volgens architectuurcriticus en designadviseur van de stad Kortrijk Marc Dubois heeft “het project vele troeven en is ontegensprekelijk een grote aanwinst in een stad die de hedendaagse architectuur hoog in haar vaandel draagt. Het eindresultaat is geen grijs compromis geworden maar een ontwerp waar een veelheid aan randvoorwaarden op een zeer oordeelkundige wijze bij elkaar werden gebracht. Een belangrijk aspect is dat op deze site verschillende beschermde gebouwen staan die geïntegreerd moesten worden in een nieuw ensemble. Juist deze goede integratie van het cultureel erfgoed binnen een nieuw ensemble is een sterk punt van het project. Het benadrukken van het historisch erfgoed en het elimineren van de niet waardevolle toevoegingen is een basisoptie.”

“Vertrekkend van het masterplan werd door Lens°ASS gezocht naar de meest optimale configuratie om de woonkwaliteit van de nieuwe woongelegenheden te garanderen en dit in de juiste verhouding met de Broeltorens. Wie het eindresultaat analyseert kan vaststellen dat het beter is dan het vooropgesteld masterplan.”

Nog volgens Dubois is het versterken van het woningenbestand in de binnensteden van Vlaanderen een prioriteit. “Een verzorgde en kwalitatieve publieke ruimte is bij dergelijke complexe ingrepen van groot belang.”

 

Binnenstedelijk park

In plaats van het terrein vol te bouwen met één volume, wordt de nieuwbouw opgedeeld in vijf volumes. Centraal in het project is een open publieke ruimte met een wijds gebaar naar de Leie en de Broeltorens. Deze open ruimte wordt omschreven als een “binnenstedelijk park“, uitgewerkt in samenwerking met BURO Groen van Koen Rygole.

“Het uitgangspunt voor de aanleg van het binnen gebied park is het tonen van de oude stadsomwalling in de nieuwe openbare ruimte. In het binnengebied is deels verzonken en omarmd door een lage muur als zitmogelijkheid waarmee op een subtiele wijze wordt verwezen naar de oude stadsmuur”, schrijft Dubois. “Het geheugen van de plek bepaalt immers dat alles binnen de stadsmuur verhard is, daarbuiten groen. Gelijktijdig geeft deze oplossing een antwoord op de vraag van de brandweer om dit binnengebied toegankelijk te houden voor interventies. Het combineren van een element uit een ver verleden met de veiligheidsvoorwaarden, dit is de essentie van een interessant ontwerp.”

“Als landschapsontwerpers stellen we ons voor dit project ondergeschikt en nederig op, ten opzichte van de aanwezige historische elementen rondom de site,” zegt Koen Rygole van BURO Groen. “De Broeltorens, die de enige overblijfselen zijn van de middeleeuwse stadswallen omheen de oude stad, moeten het belangrijkste aantrekkingspunt zijn en blijven op het binnengebied en vanuit de nieuwe residentiële appartementen. Het park moet een zekere bescheidenheid en eenvoud uitstralen tegenover de twee torens. Ons concept bestaat uit een eenvoudige ingreep, die een subtiele, doch duidelijk aanwezige verwijzing maakt naar de oude stadsmuur. Centraal in het binnengebied ontstaat een deels verzonken binnentuin omarmd door een zitmuur. Deze versterkt het zicht op de Broeltorens en de Leie en refereert ter zelfde tijd naar de gracht langs de muur waar het opgepompte water vanuit de stad, terug in de Leie vloeide.”

De binnentuin is 0 tot 45 cm verlaagd en wordt opgebouwd volgens een daktuinprincipe, daar er rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van de ondergrondse parking. Het gazon in de binnentuin wordt verrijkt met lenteflora en bomen met transparante kroon worden los ingeplant.

“Bij de inplanting van de bomen hebben we er voor gezorgd dat enerzijds vanuit alle woonblokken het visueel contact met de torens behouden blijft, en anderzijds een filter tussen de gevels gecreëerd wordt. De circulatie rond de binnentuin wordt enerzijds gevormd door een stedelijke plint, ten westen van de oude stadsmuur. Deze wordt voorzien in belgische porfierkasseien met open voeg. Anderzijds krijgt het overige parkdeel een naturelle vormgeving met losse paden bepaald door logische looplijnen. Deze paden worden uitgevoerd in kasseien met onregelmatige vorm, met open voeg of grasvoeg.

Daarbij zorgt de inplanting van losse bomen voor het behoud van afstand en privacy tot en tussen de gevels. We bewaren afstand tussen de hoofdcirculatie en de gevels van de appartementen door enerzijds het inbrengen van lage beplanting, als groene spots in de kasseien. De overgang tussen de kasseien en de beplanting verloopt in gradient en wordt doelbewust niet duidelijk afgebakend. De verharding loopt verder tot aan de inkomzones van deappartementen en kan aansluiten op de residentiële omgeving ten oosten van het project. De brandweercirculatie of circulatie voor verhuiswagens overlappen de dagelijkse hoofdcirculatie voor bewoners.

De bestaande oeverrand van de Leie gaat naadloos over in de groenaanplant van de omgeving en het binnengebied. Deze ondoordringbare beplanting is een subtiele barrière die het binnengebied fysiek afsluit, maar met behoud van zichten en contact met de omgeving. ”

 

grondplanSW

 

Genereus gebaar

Tussen het groen met bomen zijn er ook paden voorzien naar de publiek toegankelijke groenzone achter hotel Messeyne. Door de opsplitsing in drie volumes ontstaan verbindingen met deze eerder verborgen groenzone.

Volgens Dubois heeft architect Bart Lens goed gekeken naar de Kortrijkse binnenstad, naar de schitterende morfologie in en rond het Begijnhof. “Het kleine steegje tussen het Begijnhof en het Sint-Maartenskerkhof (pleintje) is een wonderlijke verbinding in de stedelijke ruimte. Met dit beeld in gedachten voorziet de nieuwbouw vanaf de Groeningestraat een doorsteek naar het nieuw binnengebied.”
Elke interessante inbreiding is meer dan gebouwen, zo besluit Dubois. “Het is de korrel, de juiste schaal van de nieuwe publieke ruimte waarmee iedereen in aanraking komt. De open ruimte in het plan Lens is een genereus gebaar. Anderzijds geven de architect samen met de ontwikkelaar een return naar de publieke ruimte van de stad op schaal van de omgeving. ”

 

f4e88332217447.56c346ee6b94a

b193ad32217447.56c346ee67ed1

753d8432217447.56c346ee6cc8d

359ecc32217447.56c346ee647e7

6a0a9632217447.56c346ee6e174

3d-beeldSW

 

U kunt de volledig tekst van Marc Dubois hier lezen.