Koninklijke Serres van Laken open voor publiek

De Koninklijke Serres in Laken zijn tot en met vrijdag 6 mei dagelijks geopend voor het publiek. Op vrijdag, zaterdag en zondag en op donderdag 5 mei zijn er ook nocturnes om 20u.

Eenmaal per jaar, in de lente, worden de Serres van Laken gedurende een drietal weken voor het publiek opengesteld. Ieder jaar verwelkomen de Koninklijke Serres meer dan 100.000 bezoekers.


Ter gelegenheid van de jaarlijkse openstelling van de Koninklijke Serres, een traditie die teruggaat tot het begin van de 20ste eeuw, worden ze prachtig versierd. Daarvoor worden meer dan 2.000 bloeiende en groene planten gebruikt die ter plaatse worden gekweekt. Sommige serres, zoals de azaleaserre, het varenkruis en de embarcadère, die geen vaste beplanting hebben en in de loop van het jaar hoofdzakelijk worden gebruikt als kweekserres, ondergaan daarbij een ware metamorfose. Alhoewel de decoratie elk jaar verandert, wordt toch geprobeerd om zoveel mogelijk de oorspronkelijk atmosfeer te bewaren.

Het vergt heel wat voorbereiding, planning en vakmanschap om de vele verschillende planten tijdig en allemaal tegelijk in bloei te krijgen.

Alhoewel de plantencollectie van de Koninklijke Serres uitzonderlijk rijk is en vele zeldzame, merkwaardige en oude bomen, struiken, bloemen en planten bevat, wil het geen botanische tuin zijn. De Serres zijn immers op de eerste plaats bedoeld als een overdekte sier- en lusttuin waar veel aandacht wordt besteed aan de homogeniteit en de harmonie van de kleuren en de vormen van bloemen- en plantengroepen, aan het creëren van een feëriek kader waar het aangenaam vertoeven is. De ‘de droom van een eeuwige lente’.

laken1 laken2 laken3 laken4

 

Architectuur

De Serres van Laken werden gebouwd tussen 1874 en 1905. De meeste serres werden ontworpen door de ‘Architect van de Koning’ Alphonse Balat. In een eerste fase (1874-1880) werd de Wintertuin gebouwd, werd de Oranjerie verbouwd en uitgebreid met de Theaterserre en de Eetzaalserre. Voor de inrichting van de Wintertuin, die ook bedoeld was als ontvangst- en receptieruimte, werd een beroep gedaan op de Britse tuinarchitect John Wills.

In 1886 en 1887 volgde een tweede fase met de bouw van de Kongoserre, het Bijgebouw of de Annex der Bosvarens en de Perronserre of Embarcadère.

De Palmenserre, Débarcadère, Dianaserre en de galerijen tussen het Palmenplateau en de Wintertuingroep werden gebouwd tussen 1892 en 1895. In 1895 werd de laatste serre van Balat, de IJzeren Kerk, voltooid.

Tussen 1902 en 1905 volgde een laatste fase met de bouw van de Maquetserre en de aanpalende Nieuwe Oranjerie, beide naar een ontwerp van architect Henri Maquet. In 1905 werd de Theaterserre van Balat vervangen door de huidige Theaterserre, van de hand van architect Charles Girault.

Het hele serrecomplex, dat bij de dood van Leopold II de grootste particuliere tuininstallatie ter wereld was, is grotendeels bewaard gebleven. Tussen 1973 en 2002 werden alle serres zeer grondig gerestaureerd.

 

laken5

www.monarchie.be