©Ingenieursbureau Aveco de Bondt

Hoe kunnen we beter natuurinclusief ontwerpen en zo de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toeroepen?

Natuurinclusief bouwen rukt op. In steeds meer gebiedsontwikkelingen speelt biodiversiteit een rol om zo de achteruitgang ervan een halt te kunnen toeroepen: er verschijnen ingebouwde nestkasten voor vogels, voedselvoorzieningen voor de paddentrek, schuilplaatsen voor foeragerende vleermuizen, en nog veel meer. Leuk, zo’n omgeving voor mens én dier… maar hoe effectief is die takkenril nu echt? Met de nieuwe tool BioTwin lukt het Aveco de Bondt om natuurinclusieve maatregelen real time te modelleren en zo de geschiktheid van een ontwerp voor specifieke soorten te visualiseren. Zo brengen we natuurinclusief ontwerpen weer een flinke sprong voorwaarts.

De grootste natuurinclusieve leefomgeving van Limburg

Een leefomgeving waar natuur- en woningbouwontwikkeling hand in hand gaan, dat is het streven van ‘Aan de Vallei’, een nieuw te ontwikkelen wijk ten zuiden van Roermond (zie indicatieve plankaart). De initiatiefnemers hebben de ambitie uitgesproken hier ‘de grootste natuurinclusieve leefomgeving van Limburg te realiseren’. Dit houdt in dat deze leefomgeving -waar mogelijk- een positieve bijdrage moet gaan leveren aan de natuur, niet alleen binnen de wijk maar juist ook daarbuiten.


‘Vanwege de omvang van de ontwikkeling voelen we de verantwoordelijkheid om een leefomgeving te creëren die een positief effect op de mentale, sociale en fysieke gezondheid van de mens én een positief effect op de omgeving heeft. We versterken de biodiversiteit, verbeteren de luchtkwaliteit en voorkomen hittestress. Een plek die meer geeft dan neemt, waarmee we anderen inspireren,’ aldus Nadja van Es, directeur bij ontwikkelaar JPO.

Om deze ambitie waar te maken is een duidelijke strategie geformuleerd en wordt tijdens de gehele ontwikkelfase rekening gehouden met en aangesloten bij de natuur die past bij dit specifieke gebied. Op deze manier wordt ‘Aan de Vallei’ in de toekomst een gezonde leefomgeving voor mens, plant en dier. Deze ambitie klinkt natuurlijk prachtig, maar hoe kunnen we tot effectieve maatregelen komen die in de praktijk ook daadwerkelijk de natuur ondersteunen? Volgens Victor Beumer, landschapsecoloog bij Aveco de Bondt, kan een woonwijk een belangrijke rol spelen in de verbinding van omliggende natuur: ‘Een woonwijk is geen natuurgebied.

Maar door de inrichting van de woonwijk aan te laten sluiten op de omliggende natuurtypen zal de verbindende rol sterker worden en tegelijkertijd profiteert de woonwijk van de biodiversiteit uit de omgeving.’

Indicatieve plankaart ‘Aan de Vallei’ te Roermond
©Ingenieursbureau Aveco de Bondt

De natuur is leidend voor het plan

In een wijk waarin natuur centraal komt te staan, moeten we op een andere manier naar de inrichting en het ontwerp van de ruimte kijken. Volgens Dirk van Hout, landschapskundige bij Aveco de Bondt, ‘Was het binnen dit project cruciaal dat al meteen vanaf het begin van het project de ambitie ten aanzien van natuur helder was en dat daarin gezamenlijk met initiatiefnemer en gemeente Roermond opgetrokken werd.’

Om tot passende natuurinclusieve maatregelen te komen, worden drie processtappen doorlopen. Ten eerste wordt inzicht verkregen in de huidige natuurwaarden van het gebied, vervolgens worden hiermee doelsoorten geselecteerd en worden de kaders voor de gebiedseigen natuurinclusieve inrichting opgehaald.

Door bij de inrichting van het hele gebied aan te sluiten op natuurtypen in de omgeving kan een ecosysteem ingericht worden dat past bij de waterhuishouding, bodemtypen en klimatologische omstandigheden van de omgeving en tegelijkertijd de randvoorwaarden in zich heeft voor de doelsoorten. Voor de doelsoorten zijn de randvoorwaarden onder te verdelen in de volgende drie thema’s: bereikbaarheid, voedselaanbod en nestelplekken. Wanneer deze in orde zijn, voldoet het gebied als vestigingsklimaat voor de betreffende doelsoort. Op deze manier draagt de natuur in ‘Aan de Vallei’ bij aan het versterken van de omringende bestaande ecosystemen. Een win-win dus!

Om de natuurinclusiviteit in ’Aan de Vallei’ te waarborgen dienen verschillende maatregelen in zowel privaat gebied als in openbaar gebied te worden genomen. Ook de verbinding tussen die twee gebieden is van belang, bijvoorbeeld voor de levendbarende hagedis. Dit is één van de doelsoorten die we graag in ‘Aan de Vallei’ terugzien. Deze soort is gebaat bij ruige begroeiing en structuurrijke overgangen van vochtige naar droge gebieden. Daarnaast moeten open plekken aanwezig zijn waar dit koudbloedige reptiel snel kan opwarmen. Een afwisselende inrichting is dus van groot belang voor deze soort. Door in deze verschillende gebieden passende maatregelen mee te nemen, kunnen we de geselecteerde doel-zoogdieren, -vogels, -insecten, -reptielen en -planten nog beter faciliteren en zo de biodiversiteit in ‘Aan de Vallei’ verder vergroten.

Helpt dat vogelkastje nu echt?

Ondanks de grote hoeveelheid aan kennis over natuurinclusief bouwen en welke maatregelen kunnen bijdragen aan de biodiversiteit kan het in de praktijk brengen hiervan nog veel vraagtekens opleveren. Want waar past precies dat nestkastje? En hoever moeten deze uit elkaar komen te hangen? En hoeveel moeten we er plaatsen? Er zijn zoveel mogelijkheden dat logischerwijs de vraag opkomt welk type maatregelen waar het beste toegepast kan worden. Hierin schuilt de kracht van de tool BioTwin. Deze tool is ontwikkeld met het doel om aan de hand van de behoeften van dieren of planten te kijken hoe een gebiedsinrichting zo kan worden ontworpen dat die dier- of plantsoorten zich goed kunnen vestigen. Hoewel de intentie goed is, schiet het domweg nestkastjes ophangen simpelweg zijn doel voorbij. ‘Daarom prediken wij ‘standaardoplossingen voor als het moet, maatwerk voor als je wezenlijk natuurinclusief wil bouwen’. En met de BioTwin hebben we daarvoor het juiste gereedschap’, aldus Ward van Laatum, bedenker van de BioTwin.

BioTwin analyse
©Ingenieursbureau Aveco de Bondt

De BioTwin test voor de verschillende doelsoorten of het gebied voldoet aan de habitatvoorwaarden. En als aan deze eisen niet voldaan wordt, helpt de tool ook het gebied opnieuw in te richten. Op deze manier levert de BioTwin maatwerk en toetst in real-time welk effect verschillende maatregelen hebben. Zo kunnen we bijvoorbeeld nestkastjes effectief toepassen. Zelfs veelvoorkomende soorten als de huismus hebben namelijk eisen die verder gaan dan alleen de hoogte en grootte van een nestkastje. Zo moeten er rust- en schuilplaatsen binnen 100 meter van de nestplaats aanwezig zijn en zandige plekken in de omgeving voor het nemen van stofbaden. Dit zijn slechts twee voorbeelden van habitateisen, die in de praktijk lang niet altijd terug te zien zijn. Met BioTwin kunnen we ook dit soort habitateisen in het ontwerp meenemen en toetsen.

Op deze manier biedt BioTwin inzicht in de ontwerpeisen voor natuur en de effecten van natuurinclusieve maatregelen op de omgeving én wordt het proces van maatregelen toepassen in een plangebied een stuk inzichtelijker en makkelijker gemaakt. Zo komt natuur centraal te staan in het ontwerp en kunnen we bijdragen aan een mooie leefomgeving met toegevoegde waarde voor mens, dier en natuur. Oftewel, dan weten we zeker dat we de juiste bloemetjes buiten zetten.

www.aandevallei.nl


Ingenieursbureau Aveco de Bondt – Natuurinclusiviteit
Woningcorporaties Wonen Limburg & Wonen Zuid
en ontwikkelaar JPO – Initiatiefnemers
Ontwerpbureau Buro Lubbers – Landschapsarchitectuur