'Abiotiek', een nog te ontwikkelen kennisdomein binnen groen

Groenexperten volgen de tandexperten

Je las bovenstaande titel waarschijnlijk met de nodige nieuwsgierigheid. Terecht, want wat hebben tandexperten nu te maken met groenexperten? Wel ik leg je graag uit waarom deze vergelijking wel degelijk steekhoudt in een CG Concept Xtra rond ‘Professionalisering van de groensector’. Filiep Bouckenooghe I VVOG

Laat ons eventjes teruggaan in de tijd.


Als je zo’n 20 jaar geleden een probleem had met je tanden, dan kwam je zonder twijfelen terecht bij de tandarts. Een tandarts was toen een allround tandarts die zich bezighield met alle mondhygiëne. Voor al je tandproblemen kon je bij hem/haar terecht en werd je verder geholpen.


Maar tijden veranderen.

Tegenwoordig, anno 2022, zijn er verschillende soorten tandheelkundige experten. Naar wie je moet gaan is afhankelijk van je behoeften. De moderne tandheelkunde vraagt heel wat kennis van de tandarts. De vroegere tandarts, wordt momenteel de ‘algemene tandarts’ genoemd. Maar daar zijn tal van experten bijgekomen. Je hebt de parodontoloog, die behandelt aandoeningen van het tandvlees en de weke weefsels van de mondholte. Daarnaast heb je de orthodontist,
die vooral instaat voor het rechtzetten van de tanden. Soms word je doorverwezen naar de stomatoloog, gespecialiseerd in kleine chirurgie van de tanden en de kaaksbeenderen of endodontoloog die complexe wortelkanaalbehandelingen uitvoert. Daarnaaast heb je nog de tandartsassistent, dentaaltechnicus, mondhygiënist, pedodontoloog… Maar genoeg nu over tandzorg. Laat het ons hebben over groenaanleg en onderhoud….


En vooral wat heeft dit nu te maken met groenaannemers?


Wel tot op vandaag hadden wij inderdaad een groenaannemer, groenmedewerker, … en die stonden zowat voor alles in. Van boomonderhoud tot grasaanleg, uitbouwen van een bijenvriendelijke gemeente, groenadviezen op omgevingsvergunningen, aanleggen van natuurlijke tuinen, groenprojecten, … De groenmedewerker of groenaannemer was altijd polyvalent. Men sprak gewoon van een allround groenmedewerker. Natuurlijk zal die ‘algemene groenmedewerker’ blijven bestaan. Maar stilaan komen ook andere groenexperten op het terrein. En we staan nog maar aan het begin … De professionalisering van de groensector gaat steeds verder en dit moeten we toejuichen.

Waar dit nu al het meest doorgedreven is, is bij de ‘Boomtechnici’. Niemand twijfelt hier nog over dat dit een specialisatie op zich is. Het eerste European Tree Workers-examen dateert al van 18 mei 2001. Van de tien kandidaten was er exact één geslaagd. In september konden de kandidaten een tweede poging wagen. Toen mochten drie extra kandidaten hun certificaat in ontvangst nemen. Samen met een van de examinatoren die eerder al in Nederland het certificaat behaald had, waren er op dat moment vijf gecertificeerde European Tree Workers in ons land. 20 jaar later, stond de teller op 207. European Tree Worker is in Vlaanderen een referentie geworden. Maar daarbij is het niet gebleven. In 2013 is Inverde samen met de Belgian Arborist Association (BAAs) gestart met de European Tree Technician (ETT) certificeringen. Een ETT gecertificeerde boomtechnische raadgever onderzoekt, rapporteert, adviseert over bomen en staat in voor de opvolging.

Vives Hogeschool is in 2020 trouwens een samenwerking aangegaan met Inverde om samen het postgraduaat Tree Manager op te zetten. Dat postgraduaat is op dit ogenblik de enige echte opleiding in Vlaanderen die kandidaten opleidt tot boomtechnische raadgever. De opleiding heeft een sterke stedelijke benadering en reikt de kennis aan om een planmatig boombeheer op micro- (de boom), meso- (straat of wijk) en zelfs een macro-schaal (de stad als urban forest) op poten te zetten. In tussentijd is ook het VETcert uitgerold in Vlaanderen, voor professionele bomenbeheerders, boomverzorgers en adviseurs met de nodige kennis, ervaring en een holistische benadering in het beheer van veteraanbomen. Zo zie je maar dat de verdere professionalisering een feit is maar nooit af is. Maar zal het nu bij die ‘bomenexperten’ blijven, waarschijnlijk niet.

professionalisering in de groensector_boomtechnici_VVOG_cg concept xtra_bijlage 2 2022
Professionalisering is al ver doorgedreven bij de ‘Boomtechnici’

Wat nog en zijn er al eerste tekenen? Jawel. Een nog te ontwikkelen kennisdomein binnen ‘groen’ is waarschijnlijk ‘abiotiek’. Abiotiek of abiotisch betekent letterlijk nietlevend en wordt gebruikt om het deel van de leefomgeving of ecosystemen aan te duiden dat niet leeft. Dat kunnen stoffen zijn zoals lucht, water, bodem, nutriënten maar ook factoren zoals warmte en licht. Bij natuur- en groenbeheer kijken we eerst naar de abiotische kant van een gebied om in te schatten welke levensgemeenschap zal of kan ontwikkelen. Het is logisch dat op een zandbodem andere plantensoorten voorkomen dan op leembodems. Ook de diepte van de grondwaterspiegel, de schommeling daarvan, de aanvoer van ander water, de hoeveelheden en samenstelling van dat water, het micro-klimaat (ligt het perceel op
een noord- of zuidhelling),… behoren tot de abiotiek van een gebied. Als een beheerder een doelstelling kiest (in de vorm van een natuurdoeltype bijvoorbeeld) die niet realistisch is omdat de abiotiek dit niet toelaat, zal dit tot ontgoocheling leiden. Bij ons is er nog te weinig kennis over abiotiek bij ontwerp en aanbestedingen. In Nederland wordt dit al automatisch meegenomen. Er wordt teveel gepland door planners en ontwerpers die weinig afweten van abiotiek. De ‘abiotieker’ moet nog verwekt worden.

En dit leidt ons tot een expertisedomein dat stilletjes aan het groeien is binnen een groenbeheer en -aanleg, met name bodemkunde. Met deze inzichten en kennis zullen we onze bodem beter kunnen analyseren en de nodige remediëring uitvoeren als professionals. Een goede bodemstructuur en samenstelling is van bijzonder groot belang. Want zeg nu zelf, de ‘bodem’ is de basis voor succes. Zonder een kwalitatieve bodem zou je eigenlijk geen aanplanting mogen doen.
De ‘bodemexpert’ doet stilaan zijn intrede… Naar aanleiding van een overzicht van 25 jaar stadsecologie in Nederland brachten wij in Groencontact (Vakmagazine voor Openbaar Groen) een dubbelluik over stadsecologie in Vlaanderen. Een eerste vaststelling was dat de term “stadsecologen” een te hoog gegrepen naam was voor Vlaanderen. Maar gelukkig waren er wel een aantal die “stadsecologie” in hun breed takenpakket hadden. Stadsecologie is een vakgebied dat zich richt op een ecologisch duurzame stad met kansen voor natuur. Zes thema’s komen daarbij aan bod: plaats en rol van de stadsecologie in de gemeente, duurzaam gebouwde omgeving, groen-blauwe netwerken, natuur in de stad, gezonde steden en participatie en educatie. De ‘stadsecoloog’ (of de ‘rewilder’ lijkt mij ook wel een leuke naam) deed op zijn kousenvoeten reeds zijn intrede in Vlaanderen.

Verdere professionalisering van de (openbare) groensector is een must. Uiteraard zal dit niet beperkt blijven tot de komst van nieuwe
groenexperten of nieuwe vakgebieden. Maar die verdere expertiseverdieping zal ongetwijfeld leiden tot nieuwe tools, gereedschap,
aanpak, … die gretig door het bedrijven worden omgezet in gebruiksvriendelijke commerciële producten. Verder in deze CG Concept Xtra lees je alvast
nog welk aanbod er reeds voorhanden is. Succes met de verdere professionalisering. Filiep Bouckenooghe I VVOG

Meer informatie over VVOG I Vereniging voor openbaar groen : www.vvoginfo.be

Een artikel uit CG Concept Xtra # 2 2022. Bestel hier!