Groene openbare ruimte zet mensen aan tot gezond gedrag

Investeringen in een gezonde leefomgeving stimuleren gezond gedrag. Een park in de buurt en maatregelen om wandelen en fietsen te bevorderen, stimuleert mensen om te gaan bewegen en kan dienen als ontmoetingsplaats wat eenzaamheid tegengaat. Dat blijkt uit een rapport van het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM. Het RIVM onderzocht de relatie tussen de leefomgeving en gezondheid.

 


Volgens het rapport ‘Leefmilieu en Gezondheid’ van het RIVM  is in Nederland gemiddeld bijna 6 procent van de ziektelast toe te schrijven aan milieufactoren en lokaal varieert dit tussen de 4 en 14 procent. Hiermee staat milieu in de top 3 van determinanten die bijdragen aan de totale ziektelast. Het gaat onder meer om de ziektelast door fijn stof en stikstofdioxide.

Het is bekend dat de wijze waarop de leefomgeving is ingericht mensen kan aansporen tot gezond gedrag. Er liggen nog veel mogelijkheden om een gezonde leefomgeving te bevorderen, aldus het RIVM. Belangrijk is dat de overheid blijft investeren in het verbeteren van de milieukwaliteit (gezondheidspreventie). Daarnaast moet beleid gericht zijn op een fysieke en sociale omgeving die gezond gedrag bevordert. Bijvoorbeeld een omgeving die ouderen stimuleert om naar buiten te gaan, te bewegen en anderen te ontmoeten.
Een gezonde leefomgeving

Een gezonde leefomgeving is een leefomgeving waar bewoners zich prettig voelen, die uitnodigt tot gezond gedrag en waar de negatieve invloed op de gezondheid zo klein mogelijk is. Zowel fysieke als sociale aspecten van de leefomgeving beïnvloeden de gezondheid en het welzijn.

Door de leefomgeving goed in te richten kan de gezondheid bevorderd worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om natuur en water in de buurt, fiets- en wandelmogelijkheden, het uiterlijk en de plaatsing van gebouwen en ontmoetingsplekken in de buurt. Ook het openstellen van wijken met daaraan gekoppeld het beperken van verkeersgerelateerde luchtverontreiniging en het verminderen van ongelukken is belangrijk.

De directe leefomgeving (school, werk of wijk) is het aangrijpingspunt om mensen tot een gezonde(re) leefstijl te verleiden of om een gezond leefklimaat te bevorderen. Voorbeelden zijn het stimuleren van bewegen en gezond

gedrag, maar ook maatregelen op het gebied van groen in de wijk, het binnenmilieu van woningen en sociale ondersteuning. Als op meerdere fronten tegelijk gewerkt wordt zijn interventies waarschijnlijk effectiever. Het gebruik van bijvoorbeeld schooltuinen lijkt een positief effect te hebben op de consumptie van groente en fruit bij kinderen, als het gecombineerd wordt met voedingsonderwijs. Onderzoeken naar integrale wijkaanpak in achterstandswijken laten zien dat maatregelen die zich richten op de leefbaarheid van de wijk ook gunstig kunnen zijn voor de gezondheid. Bezuinigingen in de zorg brengen meer kwetsbare bewoners terug naar de wijk. Dit vraagt om een versterking van de kwaliteit van de openbare ruimte en van de directe (sociale) omgeving.

Om de urgente milieu- en gezondheidsopgaven aan te pakken zijn innovatieve oplossingen en samenwerking tussen verschillende beleidsdomeinen (milieu, ruimtelijke ordening en gezondheid) nodig.

Door uit te gaan van de waarde van die verschillende benaderingen kunnen beleidsdomeinen elkaar versterken: denken in kansen in plaats van beperkingen en op zoek gaan naar verbindingen en synergie. De uitdaging is win-win maatregelen te identificeren die zowel milieu- als gezondheidswinst opleveren. Cruciaal is dat de mens als gebruiker van de ruimte centraal wordt gesteld. Daarvoor is het nodig om aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de doelgroep.

• De baten van bijvoorbeeld het stimuleren van gezonde mobiliteit zijn veel groter dan de kosten, voornamelijk door de grote baten van meer bewegen.

• Een aantrekkelijke en goed ingerichte leefomgeving stimuleert sociale contacten en maakt bewegen gemakkelijk en veilig. Dat draagt bij aan de preventie van overgewicht en daaraan gerelateerde ziekten zoals diabetes, depressie en hart- en vaatziekten.

Groen en water in de leefomgeving helpen om de effecten van klimaatverandering, zoals wateroverlast en hittestress, te verminderen. Daarnaast voelen bewoners van een groene woonomgeving zich gezonder en bezoeken ze minder vaak de huisarts. Ook zijn er aanwijzingen dat kinderen meer bewegen in een groene omgeving.

Uit Europees onderzoek blijkt dat wonen aan groen gerelateerd is aan minder vroegtijdige sterfte, minder hartvaatziekten, minder mentale gezondheidsproblemen, een lagere bloeddruk bij o.a. zwangere vrouwen, minder overgewicht, toename in geboortegewicht, en een verbetering van cognitief functioneren bij kinderen. Vooral mensen met een lagere sociaaleconomische status, kinderen en ouderen hebben profijt van meer groen in de woonomgeving.

De aanleg van groen en water in de stad en het bevorderen van fietsen en wandelen levert ook extra werkgelegenheid op. Als de grote Europese steden hetzelfde percentage fietsers (26%) als in Kopenhagen zouden krijgen levert dat meer dan 76.000 banen op. Stadslandbouw-initiatieven kunnen ook winst op meerdere terreinen opleveren. De stadsboerderij kan inspireren tot het opzetten van buurttuinen, waarbij producten misschien wel naar de Voedselbank gaan. Het kan ook leiden tot andere bedrijvigheid, zoals catering met lokale producten of gezondheidszorg op de boerderij.

Stedelijke problemen

Veel stedelijke woonwijken nodigen niet uit tot bewegen en gezond gedrag. Stress en eenzaamheid komen er bovengemiddeld voor. Hitte-eilanden leiden in warme zomers tot hogere sterfte en nabij verkeerswegen en industriecomplexen laat de luchtkwaliteit te wensen over. Dat plaatst de bestaande stedelijke woonwijken volop in de schijnwerpers. Het arsenaal van mogelijke verbeteringen via herinrichting van de leefomgeving is echter groot. Tot nu toe is het niet gelukt om de verschillen tussen laag- en hoog opgeleiden in gezondheid terug te dringen en dit vraagt om nog meer inzet, waarbij zoals ook de leefomgeving een rol kan spelen. Aandacht voor verbeteringen in de fysieke leefomgeving en de ruimtelijke inrichting is hierbij nodig.

Buurtmoestuinen bijvoorbeeld bieden kansen om te werken aan sociale cohesie, gezonder eten en minder stress. Een speciale vorm van stadslandbouw, namelijk zorgboerderijen, biedt perspectief voor ouderen met dementie.

Opgaven

Gezien de te verwachten ontwikkelingen in verstedelijking, demografie, volksgezondheid, mobiliteit, klimaat en energiegebruik, zijn opgaven voor het omgevings- en gezondheidsbeleid:

• Het nog verder terugdringen van luchtverontreiniging en geluidsoverlast.

• Een leefbare en veilige leefomgeving borgen voor iedereen.

• Het bevorderen van een duurzame, klimaatbestendige leefomgeving waarin grondstoffen zoveel mogelijk worden hergebruikt.

• Een leefomgeving creëren die uitnodigt tot een gezonde leefstijl en bijdraagt aan het terugdringen van gezondheidsverschillen.

• Het bevorderen van sociale cohesie en verminderen van eenzaamheid.

• Het aantrekkelijk houden van (steeds drukkere) steden.

• Zorgen voor voldoende en geschikte ouderenhuisvesting en een toegankelijke openbare ruimte voor kwetsbare groepen.

• Het behouden van een leefbaar platteland te midden van een krimpende, vergrijzende bevolking

Samenwerking essentieel

Deze opgaven vragen, naast het continueren van bestaand beleid om de gezondheid te beschermen, ook om innovatieve oplossingen en meer samenwerking tussen verschillende beleidsterreinen.

Een gezonde leefomgeving kun je op verschillende manieren bevorderen. De uitdaging is daarbij maatregelen te identificeren die zowel milieu- als gezondheidswinst opleveren en aansluiten bij de wensen van bewoners en gebruikers.

1. Zorg ervoor dat de basis op orde is en blijft. Het blijft van belang om de gezondheid te beschermen door de basiskwaliteit van de leefomgeving met een sectorale aanpak te borgen. Denk hierbij aan maatregelen als voldoende afstand van milieubronnen tot woningen, geluidschermen, milieuzones, voldoende laagdrempelige (zorg)voorzieningen in de buurt en bescherming tegen risico’s van buitenaf zoals overstromingen en explosies.

2. Werk aan een leefomgeving die door haar structuur en inrichting klimaatbestendig en aantrekkelijk is en gezond gedrag zoals bewegen bevordert. Denk daarbij aan meer groen en water in de stad, fiets- en wandelpaden, speelvoorzieningen en ontmoetingsplekken voor alle bevolkingsgroepen of speelvoorzieningen die in tijden van regenval een opvangfunctie hebben.

3. Werk aan een zorgzame en sociale leefomgeving met oog voor demografische ontwikkelingen (voldoende en geschikte huisvesting voor bv ouderen). Investeer in het versterken van sociale samenhang, diversiteit en het verminderen van sociaal-economische gezondheidsverschillen.

4. Werk vanuit een integrale benadering aan duurzame oplossingen, bijvoorbeeld voor energie. En zorg voor een circulaire benadering (sluiten van ketens) en slim gebruik van ICT ontwikkelingen (‘smart cities’, ook in de zorg).

5. Streef naar profijt voor iedereen. Experimenteer met verdienmodellen waarvan iedereen beter wordt. Het levert bijvoorbeeld naast milieu- en gezondheidswinst ook sociale en economische winst op als je investeert in gezonde mobiliteit (fietsen, wandelen) en stadslandbouw.

6. Faciliteer en investeer in samenwerken. Zorg voor een integrale aanpak waarbij de verschillende verantwoordelijke beleidsterreinen en stakeholders vanaf het begin van een ruimtelijk planproces samenwerken. Denk aan samenwerkingsverbanden tussen ontwerpers, planologen, burgers, kennisinstellingen, private partijen en beleid.

7. Luister naar de wensen van burgers/bewoners, en maak gebruik van hun kennis en ervaringen.

8. Zorg voor continuïteit. Geen ingrepen in de leefomgeving zonder afstemming met betrokkenen en goede afspraken voor duurzaam onderhoud en gebruik van voorzieningen.

9. Maak gebruik van bestaande kennis en netwerken. Hoewel er al veel kennis is over de gezonde stad, en hoe die te realiseren, is het nog steeds een uitdaging om de kennis uit het ruimtelijke en (milieu)gezondheidsdomein samen te brengen en toepasbaar te maken voor vragen uit de praktijk. Deel daarom expertise via kennisplatforms, netwerken, werkateliers en opleidingen en pas die toe bij het samen bouwen aan een gezonde leefomgeving.

10. Zorg voor zichtbaarheid. Laat zien wat een gezonde leefomgeving is en deel inspirerende voorbeelden. Kijk voor een overzicht van initiatieven op bijvoorbeeld: www.gezondontwerp.nl en www.platformgezondontwerp.nl.

Bron: RIVM