©Green Cities Europe

Groene Gracht, Zuidas Amsterdam

De Zuidas in Amsterdam vormt het hart van de financiële- en vastgoedsector in Nederland. Waarschijnlijk is het in Nederland zelfs de plek met de grootste kantoordichtheid. Maar het gebied ligt óók in een polder en twee meter onder het Normaal Amsterdams Peil (NAP)! Hoe voorkom je dan wateroverlast? En hoe kun je op deze volzette meters toch nog wat groen bieden?

Tijdens het REBF-festival, een groots event voor bouw- en vastgoedprofessionals, gaven Jeroen Assen, Wijbrand Sommers en Tom van Es van de Gemeente Amsterdam rondleidingen langs enkele bijzondere, groene plekken in de buurt. Het leverde de bouw- en vastgoedprofessionals unieke inzichten op in belangrijke zaken, waar ze anders niet direct mee bezig zijn.


Eén bui = een miljard euro schade

In Kopenhagen viel in 2011 in drie uur tijd 150 millimeter neerslag. De schade door blankstaande huizen, winkels, bedrijven en (spoor)wegen werd gecalculeerd op een miljard euro. Na die tijd heeft Nederland ook dergelijke neerslaghoeveelheden meegemaakt: in 2014 en in 2021 in Limburg. Het Amsterdamse riool kan 20 millimeter regenwater per uur verwerken, dus buffering en goede infiltratie door minder verharding en meer gezond doorwortelde grond is essentieel!

De toegepaste bomen, struiken en grassen verdragen natte voeten, maar ook droge periodes en schaduw. ©Green Cities Europe

Eerste 60 tot 70 millimeter zelf opvangen

Wat de Zuidas uniek maakt, is dat het hier nog drukker en voller is dan elders. Boven en onder de grond. Overal zitten parkeerkelders, kabelgoten en verharding. Om slagregens minder gauw tot overlast te laten leiden, zijn er overal groendaken en (ondergrondse) regenwaterbuffers. Kantoorgebouwen moeten er zelf voor zorgen dat ze de eerste 60 tot 70 millimeter van een slagregen kunnen opvangen, om zelf te benutten of later geleidelijk te kunnen afgeven.

 De ingang op de achtergrond leidt naar de fietsparkeergarage met een capaciteit van 3000 fietsen. ©Green Cities Europe

De Groene Gracht van de Prinses Irenestraat

Ook de gemeente zorgt voor oplossingen. Waar voorheen het regenwater zo van de Prinses Irenestraat het lagergelegen hotel instroomde, is er nu een ‘groene gracht’ aangelegd: een 20 tot 40 centimeter verdiepte, aangelegde groenstrook met bomen, struiken en vaste planten. Loopt de straat vol? Dan loopt het water over in deze enorme wadi.

©Green Cities Europe

Al 20 jaar aan het infuus

Onder de Prinses Irenestraat en de wadi zit geen parkeerkelder of andere verharding. Het regenwater infiltreert daardoor snel door de goed doorwortelde bodem naar het grondwaterpeil. Kom je dichter op station Zuid, dan zit er praktisch overal beton onder de beplanting. De bomen op het Zuidplein, bij het World Trade Center (WTC), staan in relatief kleine bakken. Maar dankzij het computergestuurde bevloeiingssysteem, een soort infuus, zijn de bomen hier al 20 jaar oud, terwijl een verwachte levensduur van 15 jaar ingecalculeerd was.

Bomen op het Gustav Mahlerplein hebben elk zeker 25 kubieke meter wortelruimte. ©Green Cities Europe

25 kuub voor zelfstandige groei

De bomen op het Gustav Mahlerplein staan ook in bakken, maar dan grotere. Nu al zo’n zes jaar. Om gezond ‘zelfstandig’ te kunnen groeien, heeft een boom zo’n 25 kuub grond nodig. Dat hebben ze hier. Tussen de ondergrondse fietsenkelder en de bodem waar de bomen in staan, zit nog een regenwaterbuffer van 750 kuub. Dit is meteen de waterbron voor de bomen.

 Bruggen over de groene gracht leiden auto’s naar ondergrondse parkeergarages. ©Green Cities Europe

1,5 meter grondpakket nu verplicht

Bij nieuwe parkeerkelders is nu ook de afspraak dat hier minimaal een pakket van anderhalve meter grond op ligt, zodat beplanting hier op een gezonde wijze kan groeien.

 Het groen op de Zuidas wordt intensief gebruikt, vooral tijdens lunchtijd. ©Green Cities Europe

Tekst en beeldmateriaal: Green Cities Europe
www.be.thegreencities.eu