© Henk Wallays

Groenbeheer in stedelijk gebied vervult cruciale rol om hommels en solitaire bijen in stand te houden

De achteruitgang van bijenpopulaties is een wereldwijd ecologisch probleem dat dringend aandacht vraagt. Van de ongeveer 360 soorten wilde bijen (hommels en solitaire bijen) staat vijfenvijftig procent op de rode lijst. Deze bijen zijn zeldzaam geworden en achteruitgegaan in leefgebied en populatie. Traditioneel gezien vormde het platteland de voornaamste habitat voor bijensoorten. Maar door de intensivering van de landbouw, het gebruik van pesticiden en het verlies van biodiversiteit, zijn deze gebieden steeds onleefbaarder geworden. Steden en dorpen met hun diversiteit aan openbaar groen bieden nu onverwachts een toevluchtsoord.

De bebouwde omgeving en openbare ruimte beslaan samen ongeveer 30 procent van de grondoppervlakte van Nederland en zijn voor diverse bijensoorten een geschikt leefgebied. Uit meerdere onderzoeken in verschillende steden blijkt dat het aantal bijensoorten daar kan variëren van 48 tot 154 soorten. Dat is een aanzienlijk deel van het totaal aantal bijensoorten dat in Nederland voorkomt. In dit artikel richten we ons op de cruciale rol die openbaar groen vervult om hommels en solitaire bijen een veilig heenkomen te bieden. Ook geven we professionals in de groensector handvatten om hun rol daarin te optimaliseren.


De rol van openbaar groen

Om openbaar groen tot een succesvolle habitat voor bijen te maken, moeten we kritisch kijken naar de beplanting. Planten, zaden, knollen en bollen dienen gifvrij te zijn, bij voorkeur van biologische teelt, om de bijen niet in gevaar te brengen. Uit diverse steekproeven blijkt dat regulier geteelde planten helaas nog vaak insecticiden bevatten die schadelijk zijn voor bijen. 

Om de transitie naar bijvriendelijk groenbeheer te versnellen, is het van belang dat gemeenten vragende partij zijn om biologisch geteelde zaden en planten te gebruiken.

Om de transitie naar bijvriendelijk groenbeheer te versnellen, is het van belang dat gemeenten vragende partij zijn om biologisch geteelde zaden en planten te gebruiken. Door dit als eis te stellen in aanbestedingen, wordt er een extra stimulans gegeven aan kwekers om over te schakelen op biologische teeltmethoden.

Groenbeheer in stedelijk gebied vervult cruciale rol om hommels en solitaire bijen in stand te houden
© Henk Wallays

Spreiding in bloeitijd en het belang van inheemse soorten

Een diversiteit in bloeitijden is essentieel. Vaak zien we een piek in bloeiende planten in mei en juni, maar hommelkoninginnen en andere vroege bijensoorten hebben gedurende het hele seizoen voedsel nodig. De aanplant van vroegbloeiende bloembollen zoals krokussen, blauwe druifjes en sneeuwroem is hierin cruciaal. Ook in de nazomer is verbetering mogelijk door te kiezen voor planten die in deze periode bloeien zoals hemelsleutel, bloeiende klimop en herfstaster. Niet alle bijensoorten zijn geholpen met cultuurplanten. Sommige soorten zijn kieskeurig en gedijen het best bij specifieke inheemse plantensoorten. Het is daarom belangrijk om deskundigen te betrekken bij de aanleg en het beheer van de beplanting in stedelijke gebieden zodat de juiste soorten worden gekozen.
 

Het is essentieel dat stedelijke beplanting zich niet alleen richt op diversiteit en gifvrij materiaal, maar ook specifiek inheemse soorten van de vlinderbloemenfamilie integreert.

Analyse van de achteruitgang van bijensoorten toont aan dat bepaalde groepen, waaronder hommels en sommige solitaire bijen, het bijzonder moeilijk hebben. Deze soorten zijn vaak afhankelijk van vlinderbloemigen. Het is daarom essentieel dat stedelijke beplanting zich niet alleen richt op diversiteit en gifvrij materiaal, maar ook specifiek inheemse soorten van de vlinderbloemenfamilie integreert. 

Groenbeheer in stedelijk gebied vervult cruciale rol om hommels en solitaire bijen in stand te houden
© Henk Wallays

Bloemenweides en zadenmengsels

Bloemenweides met inheemse planten kunnen een waardevolle bijdrage leveren, mits er zorgvuldig wordt gekozen voor de juiste zadenmengsels op basis van grondsoort, voedselrijkdom en vochtigheid. Ook de wijze van aanleg en beheer zijn hierin cruciaal; zonder goed beheer kunnen de resultaten tegenvallen. Vaak kan worden gekozen voor een werkwijze waarbij lokaal verzameld maaisel van een bestaande bloemenweide wordt uitgespreid over een nieuw aan te leggen bloemweidelocatie.

Groenbeheer in stedelijk gebied vervult cruciale rol om hommels en solitaire bijen in stand te houden
© Henk Wallays

Nestelgelegenheid

Naast voedselvoorziening is het bieden van nestelgelegenheid essentieel. Hierbij is het belangrijk om te weten dat 70 procent van de wilde bijensoorten ondergronds broedt. De aanleg van zonnige, open plekken met zand of zandheuvels is daarom minstens zo belangrijk als het plaatsen van bijenhotels.

Het is belangrijk om te weten dat 70 procent van de wilde bijensoorten ondergronds broedt. De aanleg van zonnige, open plekken met zand of zandheuvels is daarom minstens zo belangrijk als het plaatsen van bijenhotels.

Bij het plaatsen van bijenhotels moet de functionaliteit voor de bijen voorop staan en is het beter om meerdere kleine hotels verspreid te plaatsen dan één groot ‘fancy’ hotel. Bijenhotels plaatsen heeft ook een educatieve functie, maar vaak zijn wat broedresultaten betreft gelijke effecten te bereiken als je consequent dood hout laat liggen.

Groenbeheer in stedelijk gebied vervult cruciale rol om hommels en solitaire bijen in stand te houden
© Henk Wallays

Verbindingszones en wadi’s

Solitaire bijen leggen relatief kleine afstanden af tussen hun nest en voedselbronnen, meestal tussen de 100 en 300 meter. Het creëren van verbindingszones is daarom van vitaal belang. Bloeiende bermen en zogenaamde ‘stepping stones’ van beplanting op korte afstand van elkaar, zorgen ervoor dat bijen zich door het stedelijke landschap kunnen bewegen. Dit verhoogt niet alleen hun overlevingskansen maar draagt ook bij aan een gezondere biodiversiteit in de stad. 

Door het bewust aanplanten van bijvriendelijke vegetatie in wadi’s en natte zones, kunnen steden dus niet alleen hun watermanagement verbeteren maar tegelijkertijd een rijke diversiteit aan bijensoorten ondersteunen.

Het integreren van wadi’s en andere natte zones in stedelijke gebieden speelt een cruciale rol in duurzaam waterbeheer en biedt tegelijkertijd unieke kansen voor de biodiversiteit. Deze vochtige gebieden vormen een habitat voor specifieke plantensoorten die goed gedijen in natte omstandigheden. De bloemen van deze planten bieden essentiële nectar en stuifmeel, waarmee ze een belangrijke voedselbron vormen voor wilde bijen in de stad. Door het bewust aanplanten van bijvriendelijke vegetatie in wadi’s en natte zones, kunnen steden dus niet alleen hun watermanagement verbeteren maar tegelijkertijd een rijke diversiteit aan bijensoorten ondersteunen.

Groenbeheer in stedelijk gebied vervult cruciale rol om hommels en solitaire bijen in stand te houden
© Henk Wallays

Bijvriendelijk beheer

Bijvriendelijk beheer gaat verder dan alleen de juiste beplanting kiezen. Het vereist ook een aangepaste aanpak van het beheer van allerlei soorten vegetaties, waaronder bloemenweides en bermen van wegen. Gefaseerd maaien op het juiste tijdstip en afvoeren van het maaisel is hier een essentieel onderdeel van. Daarnaast bieden watergangen en slootkanten kansen voor bijvriendelijk beheer. Naast gefaseerd maaien dient er rekening gehouden te worden met de beplanting op de oevers tijdens baggerwerkzaamheden, om zo de habitat van bijen te beschermen.

In plaats van een hele laan met knotwilgen in één winter te snoeien, is het advies om het snoeien te verspreiden over drie of vier winters.

Ook bij snoeibeheer van heesterbeplanting en vooral knotwilgen worden nog veel kansen onbenut gelaten. Ook hier geldt de gouden regel van fasering. Dus in plaats van een hele laan met knotwilgen in één winter te snoeien, is het advies om het snoeien te verspreiden over drie of vier winters. Juist bloeiende wilgen vormen een belangrijke voedselbron voor veel bijensoorten, waaronder de familie van de Zandbijen.

Betrokkenheid van bewoners en inzet van vrijwilligers

Een cruciaal aspect in het succesvol beheren van openbaar groen voor bijen is de betrokkenheid van de lokale bewoners. Zij dienen in een vroeg stadium betrokken te worden bij nieuwe aanleg of veranderend beheer. Dit voorkomt misverstanden en weerstand, bijvoorbeeld wanneer een gazon wordt omgevormd tot een bloemenweide en dit ten onrechte wordt geïnterpreteerd als bezuiniging of verwaarlozing.

Het betrekken van vrijwilligers met een interesse voor bijen bij het proces van groenbeheer en -ontwerp is van onschatbare waarde.

Het betrekken van vrijwilligers met een interesse voor bijen bij het proces van groenbeheer en -ontwerp is van onschatbare waarde. Zij kunnen helpen bij het monitoren en inventariseren van bijenpopulaties in stedelijk gebied. Deze data zijn niet alleen essentieel voor het aanpassen en optimaliseren van het beheer, maar kunnen ook worden gebruikt in de communicatie met bewoners. Het delen van successen en inzicht geven in de positieve impact van bijvriendelijk beheer, kan helpen om weerstand tegen veranderingen – zoals ander maaibeheer – te verminderen. Organisaties zoals de Bijenstichting kunnen hierin een ondersteunende rol spelen.

Groenbeheer in stedelijk gebied vervult cruciale rol om hommels en solitaire bijen in stand te houden
© Henk Wallays

Conclusie

De impact van klimaatverandering op bijen is groot. Droogte leidt tot een afname van nectarproductie in planten. Dat heeft dan weer direct invloed op de voedselvoorziening voor bijen. Hoge temperaturen kunnen daarnaast de levenskansen van hommels verminderen. Een goed beplantingsbeleid (met keuze van soorten afgestemd op droogte en de betreffende bodem) dient daarom niet alleen voedsel te bieden, maar ook bij te dragen aan verkoeling in het stedelijk gebied.

Het creëren van bijvriendelijke steden en dorpen vraagt om een geïntegreerde aanpak, waarbij beplanting, beheer en betrokkenheid van de gemeenschap hand in hand gaan.

Het creëren van bijvriendelijke steden en dorpen vraagt om een geïntegreerde aanpak, waarbij beplanting, beheer en betrokkenheid van de gemeenschap hand in hand gaan. Door ons te richten op de specifieke behoeften van hommels en solitaire bijen, en door het creëren van verbindingszones en het toepassen van bijvriendelijk beheer, kunnen we de stedelijke omgeving transformeren tot een bloeiende habitat voor bijen. De betrokkenheid van gemeenten, professionals in de groensector en vrijwilligers is hierbij cruciaal. Samen kunnen we werken aan een groenere, meer biodiverse en bij-vriendelijke toekomst. 

Met educatie, invloed op overheidsbeleid en aanleg van bijenlinten streven wij naar een betere toekomst voor wilde bijen en hommels. Meer informatie? Surf naar www.bijenstichting.nl.


Tekst: Jaap Molenaar, Bijenstichting, Bijenstichting ‘Educatie & Advies’, Dutch Bee Conservation
Beeldmateriaal: Henk Wallays