Geen octrooien meer op klassieke plantenveredeling

Het Europees Octrooibureau verleent met ingang van 1 juli 2017 geen octrooien meer op planten, die het ‘product zijn van wezenlijk biologische processen’, bijvoorbeeld door verschillende rassen te kruisen.

Critici van octrooien op klassiek veredelde planten, vinden het niet wenselijk dat eigenschappen die door de natuur gecreëerd zijn door een bedrijf geclaimd kunnen worden. Daarnaast vinden ze dat de octrooien de ontwikkeling van nieuwe plantenrassen belemmeren. Wanneer aan een bedrijf een patent is verleend op een plant, mag een ander veredelingsbedrijf die plant niet zonder toestemming van de octrooihouder gebruiken om daarmee weer een nieuw, beter ras te ontwikkelen. Als die toestemming wordt gegeven, moet daarvoor betaald worden.


Wanneer een technische methode is gebruikt om een nieuwe planteigenschap te creëren, zoals door genetische modificatie, kan er nog wel een octrooi worden verleend, mits het product (de plant met de eigenschap) nieuw, innovatief en nawerkbaar is.  Zo’n octrooi mag zich niet uitstrekken tot plantmateriaal met dezelfde eigenschap, maar dan verkregen middels een essentieel biologische werkwijze. Op die manier zou gewaarborgd moeten zijn dat natuurlijke eigenschappen niet meer onder de reikwijdte van een octrooi komen te vallen.

Dat heeft het EOB besloten na een jarenlange discussie over het octrooirecht. Het probleem was dat plantenveredelaars geen beschermd materiaal mochten gebruiken voor het ontwikkelen en exploiteren van een nieuw ras, zonder toestemming van de octrooihouder. Door de octrooien hadden zij minder toegang tot genetische diversiteit, wat innovatie in de plantenveredelingssector belemmerde. Dit was onwenselijk omdat plantenveredelaars een belangrijke rol spelen in de wereldvoedselvoorziening. Zij ontwikkelen nieuwe rassen die kunnen groeien onder de meest uiteenlopende omstandigheden en bijvoorbeeld bestand zijn tegen droogte, verzilting en plantenziekten.

Bron: Plantum