Eerste Vlaams landbouwpark ‘Tuinen van Stene’ op internationale architectuur biënnale

Onder de naam ‘Tuinen van Stene’ is Vlaanderen aan de slag met de uitbouw van een eerste ‘landbouwpark’ in Oostende. Het is een van de vijf Pilootprojecten Productief Landschap. De eerste resultaten van Pilootproject landbouwpark ‘Tuinen van Stene’ zijn te bezichtigen op de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam-IABR.

 


Tuinen van Stene, 35 hectare groot, wordt in Oostende een belangrijk nieuw stadspark én 21e-eeuws voedselpark. In samenwerking met de lokale landbouwers die de grond zullen beboeren wil de stad Oostende werken aan zijn innovatieve voedselstrategie.

“Voedsel in een stedelijke omgeving vergt een intensieve en volgehouden werking en vooral voldoende eigen plek. Een landbouwpark biedt bovendien recreatie- en educatieruimte aan de stad, vrijwaart peri-urbane open ruimte, en functioneert tegelijk als landbouwgebied en labo voor nieuwe vormen van landbouw.” Deze boodschap wordt door ILVO/Vlaams Bouwmeester-onderzoekster Elke Vanempten gebracht op de prestigieuze IABR (Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam).

Het ontstaan van het concept ‘landbouwpark’

Eeuwenlang hebben de klassieke parken een rol gehad als laboratorium en model voor innovatie in de landbouw en bosbouw. Die rol is sinds de 19e eeuw geleidelijk aan verminderd en het park transformeerde in de vandaag gekende beschermde ruimte voornamelijk bedoeld voor recreatie gericht op sociale en maatschappelijke ontwikkeling. Nu gaat de slinger terug naar productie gerelateerd met een parkomgeving. Een ‘park’ wordt stilaan weer een motor voor innovatie in landbouwproductie met nieuwe opportuniteiten voor de stedeling en de landbouwer.

Elke Vanempten: “Onder druk van uitdagingen als klimaatverandering, voedsel en gezondheid, en leefbare steden is de jongste jaren de belangstelling toegenomen voor innovatieve fenomenen die stad en platteland, consument en producent dichter bij elkaar konden brengen. De steden zijn wereldwijd de landbouw aan het herontdekken. Liefst in hun eigen bereikbare omgeving ontwikkelen ze lokale voedselstrategieën en alternatieve voedselketens of -netwerken, zoals gemeenschapsondersteunde landbouw (CSA) en boerenmarkten. Het ruimtelijk concept van een landbouwpark past in dat brede spectrum van innovatieve voedselallianties, en bestuurlijke en agrarische vernieuwing.”

Steden én landbouwers beseffen ook sterker dat het fenomeen landbouwpark erg belangrijk kan zijn voor de vrijwaring van peri-urbane open ruimte.

 

Traject Pilootprojecten Productief Landschap

De afgelopen jaren coördineerde ILVO samen met het Team Vlaams Bouwmeester het traject Pilootprojecten Productief Landschap. Ook daarvan worden de resultaten dit najaar getoond. De opdrachtgevers voor de PPPL zijn ILVO – het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, Team Vlaams Bouwmeester, Departement Omgeving, Departement Landbouw en Visserij.

In het PPPL-Tuinen van Stene kwamen volgende partners samen: Stad Oostende, Tractebel met ADR architects, Georges Descombes, Maat-ontwerpers, Jan Willem van der Schans-WUR, Voorland en  Provincie West-Vlaanderen. De Tuinen van Stene vormen een onderdeel van het Groen Lint, een traject voor wandelaars en fietsers rond de stad Oostende. Het gebied van 35 ha is een stukje historisch polderlandschap verscholen tussen baanwinkels, een schoolcomplex, polderdorp Stene, de open Snaaskerkepolder, lintbebouwing en 20e eeuwse woonwijken. Binnen het masterplan van het Groen Lint – opgemaakt door Tractebel, ADR architects, Georges Descombes – werd het landschap gekoppeld aan Stene naar voor geschoven als landbouwpark. De Tuinen van Stene vormen een eerste doorvertaling van dit idee naar een concreet project.

 

Tuinen van Stene, eerste Vlaams landbouwpark

De werken aan de Tuinen van Stene zijn gestart op 16 november 2017. Eerst wordt de Biopluktuin geoptimaliseerd en worden de grachten uitgegraven. Het park zal toegankelijk zijn in het najaar van 2018.

Jean Vandecasteele, schepen: “Met de Tuinen van Stene zet Oostende in op stadsnabije landbouw en korte keten. Het wordt een innovatief park, enig in zijn soort, waar in hoofdzaak groenten gekweekt zullen worden, waar grazende koeien en schapen zullen staan en waar innovatieve landbouwvormen hun plek krijgen. Er is tegelijk ruimte voor natuurontwikkeling en recreatie. Een duurzame win-win. Het geproduceerde voedsel wordt enkel in de regio Oostende verdeeld. Onder andere via de biopluktuin, waar participanten wekelijks groenten kunnen plukken. Tot slot is een goeie ontsluiting van de Tuinen van Stene onontbeerlijk. Er zijn dus 4 toegangen gepland. Het landbouwpark zal ongetwijfeld – ook door de verschillende samenwerkingsverbanden – een sociale dynamiek teweegbrengen.”

Het gebied waar de Tuinen van Stene ontwikkeld worden, is dooraderd door de Zwienesteert, op vandaag een kronkelend bijna dichtgeslibd beekje. Infrastructuurwerken moeten ervoor zorgen dat er binnen het gebied meer water kan gecapteerd worden in functie van de klimaatsverandering. Deze werken worden mee gefinancierd via SCAPE, een Interreg twee zeeën-project waarin de stad Oostende samenwerkt met Engelse en Nederlandse partners rond de aanpassing van groene ruimtes aan de klimaatsverandering (Shaping Climate Change Adaptive Places).

Eli Devriendt, landschapsarchitect stad Oostende: “In de toekomst krijgen we meer regen op een korte periode. Door meer waterbuffering in het buitengebied helpen we wateroverlast in het stedelijk weefsel te vermijden. Het uitgraven van de Zwienesteert is ook goed voor de natuurontwikkeling. Extra water, met zachthellende oevers betekent extra potenties voor natuurontwikkeling. Daarbij vervangen we het huidig maaibeheer door grazers, wat eveneens een natuurvoordeel met zich meebrengt.”

Landbouwparken in Europa

ILVO legt momenteel samen met partners UGent, KU Leuven, Voorland en Universität Aachen, de laatste hand aan een expertenopdracht voor het Vlaams Departement Omgeving die het potentieel van een ruimtelijk concept als landbouwparken nog verder in beeld brengt. Elke Rogge: “We brengen de opkomende en reeds gevestigde landbouwparken in Europa in kaart. We hebben er een 40-tal in ons vizier. Er zijn er die ruim 300 à 400 hectare groot zijn, maar ook andere formaten zijn mogelijk. En de formules van samenwerking tussen de bestaande boeren en de nabije steden verschillen wel. Tegen eind 2018 hebben we de resultaten van deze studie wellicht op een rij.” Nu al is duidelijk dat er van vele kanten positieve commentaren worden gegeven op de meerwaarde van een landbouwpark. De maatschappelijke én economische winst is hoog en divers.

Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam

De IABR2018 wordt getrokken door het trio van de Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck, de Nederlands bouwmeester Floris Alkemade, en Joachim Declerck van denktank Architecture Workroom Brussels. Het overkoepelend thema is “The Missing Link”.
Leo Van Broeck: “We wijzen op de lange weg om van de ambitieuze doelstelling rond o.m. klimaatverandering te komen tot effectieve veranderingen in de ruimte. Onze manier van leven, consumeren en produceren afstemmen op de eindige draagkracht van de planeet vergt een fundamentele sociaal-maatschappelijke en economische transitie die niet plaats kan vinden als we er niet tegelijkertijd, en heel letterlijk, ook plaats voor maken.”
Vanuit de PPPL-Tuinen van Stene werkt ILVO op IABR ook mee aan het werkatelier over ‘Gezonde landbouw’. Daar bedenken de ruimte-architecten wat er nodig is binnen het landbouwdomein om de ambitieuze doelen te realiseren en hoe we dat kunnen aanpakken. De resultaten daarvan zullen op de tentoonstellingseditie van 2020 verschijnen.

www.ilvo.vlaanderen.be