Een sier-, koi- of misschien zelfs spiegelvijver?

In dit artikel richten we ons op de siervijver, meer bepaald de koivijver en spiegelvijver.

Bij een siervijver denken we meestal aan een minder strakke, informele waterpartij met glooiende vormen, waarbij met natuurlijke elementen zoals planten en rotsen de grens tussen water en land verdwijnt en de vijver bijna naadloos overgaat in de tuin. Maar hij kan ook een strakke geometrische vorm hebben met een duidelijke begrenzing naar de tuin. Het belangrijkste kenmerk van dit type vijver is rust, een ruimtelijk effect en een strakke randafwerking.


Beplanting
In een siervijver spelen planten een hoofdrol. Kikkers en salamanders voelen er zich thuis, en misschien wilt u ook vissen. Bovendien trekt een vijver tal van andere dieren aan, zoals libellen en waterjuffers, vogels…
Bij dit alles is er één vuistregel: zorg voor een zo goed mogelijke verhouding tussen planten, dieren en water. Ongeveer de helft van het wateroppervlak moet bedekt worden met licht afschermende planten zoals waterlelies, drijfplantjes of drijvend fonteinkruid. Dit bevordert het biologische evenwicht van het vijverwater. De resterende vrije waterspiegel zorgt voor rust en ruimtelijk effect.
Wilt u vissen, dan is het een goed idee om voor weinig vervuilende vissen, zoals de goudwinde of de goudrietvoorn, te kiezen. Deze goed zichtbare vissoorten vragen bovendien weinig verzorging.
Daarnaast moet u zeker het belang van technische installaties als pompen, filters en UV-C eenheden niet vergeten. Een goede filterinstallatie zorgt er ook voor dat u snel een gezonde omgeving voor vissen en waterplanten creëert. Deze moeten correct geplaatst worden voor een efficiënte werking.

Aanleg
Het aanleggen van een vijver vergt de nodige deskundigheid. Zeker voor een iets grotere vijver doet u het best een beroep doet op een gespecialiseerde aanlegger. Uiteraard moet u ermee rekening houden dat het terrein toegankelijk moet zijn voor een graafmachine. Denk er ook aan dat de machine veel plaats nodig heeft rond de plek om te manoeuvreren en de grond te verwijderen.
Bij de aanleg van een siervijver moet u bepaalde factoren in het oog houden. Ten eerste de grootte: hoe groter de vijver, hoe makkelijker een biologisch evenwicht ontstaat. Vijf vierkante meter is zowat het minimum.
Een tweede element is de diepte: voor een gewone siervijver volstaat meestal 80 à 100 cm op het diepste punt. Zeker wanneer u siervissen wil, moet de vijver een diepte van minstens 80 cm hebben, voor koi’s nog meer. Ook sommige waterplanten, zoals de grotere variëteiten van waterlelies, moeten voldoende diep staan.
Misschien wel het belangrijkste is de juiste ligging. Meestal verdient het aanbeveling om de vijver dicht bij de woning aan te leggen, zodat u ook ’s winters kunt genieten van het waterleven. Er is immers altijd iets te zien, of er nu zon is of regen, een vijver leeft altijd. Een zonnige plaats verdient meestal de voorkeur, zeker als u bloeiende planten zoals waterlelies wilt houden. De vijver zou minstens zes uur per dag in de zon moeten liggen. Te veel zonlicht kan echter zorgen voor algenbloei, zeker in ondiepe vijvers. Voor een koivijver kiest u het best een plekje in halfschaduw.

Vermijd ook hoge bomen rond de vijver waarvan de bladeren in de herfst in het water vallen. Dat geldt zeker voor bomen waarvan het blad veel looizuur bevat, zoals eiken en wilgen. Ook zijn sommige boombladeren min of meer giftig, denken we maar aan paardenkastanje, laurierkers, rododendron, taxus en gouden regen. Bomen kunnen de vijverfolie ook doorboren met hun zware wortels of grote vallende takken.

Zorg er ook voor dat de vijver afgesloten is voor kleine kinderen zodat ze er niet ongemerkt bij kunnen.
Ga na hoe het zit met de aan- en afvoer van water. Voor de aanvoer kunt u leidingwater gebruiken. Regenwater is arm aan mineralen en bevat mogelijk verontreinigingen uit de lucht. Het mag daarom niet rechtstreeks naar de vijver geleid worden. Een eerste keer vullen met bronwater is al evenmin een goed idee. Dit soort water bevat weinig zuurstof en kan in verschillende lagen van de ondergrond substanties opnemen die voor de bewoners van uw vijver soms schadelijk kunnen zijn.

Meestal is er geen natuurlijke aanvoer van vers water, met als gevolg dat er ook geen natuurlijke afvoer van voedingsstoffen mogelijk is. Deze voedingsstoffen hopen zich op en dus moet er via substraat of lava gezorgd worden voor voldoende plaatsen waar bacteriën of micro-organismen naartoe kunnen. Dat laatste kan op verschillende manieren gebeuren: met een bodemfilter, een planten- of moerasfilter of een aparte biofilter in combinatie met planten. Een algemene vuistregel is dat hoe onnatuurlijker de vijver wordt, hoe meer techniek er nodig zal zijn om de waterkwaliteit te garanderen.

Denk bij de aanleg ook aan eventuele verlichting en voorzie de nodige kabels en schakelaars en de differentiaalbeveiliging.

Onderhoud
Meestal vergt een siervijver relatief weinig onderhoud omdat de natuur haar werk doet. Om het water helder te houden, kunt u naast vijverplanten ook een filtersysteem voorzien, dat dan wel regelmatig moet worden schoongemaakt. Het schoonmaken bestaat dan uit het verwijderen van grof vuil, uitwerpselen en andere verontreinigingen. Indien u gebruik maakt van UV-lampen, moeten die jaarlijks worden vervangen. Dat gebeurt het best in het voorjaar.

Lees ook: De koivijver
Lees ook: De spiegelvijver
Lees ook: Verlichting onder water
Lees ook: Onderhoud rond grotere waterpartijen
Lees ook: Waterbehandeling in zwembaden
Lees ook: Zwemvijver in de Ardennen bekroond met goud