Deze bomen en struiken zuiveren het best de lucht

Technopool Sierteelt (ILVO, PCS, UGent, HoGent), UAntwerpen en de Vlaamse Milieumaatschappij werkten de afgelopen twee jaar samen in de operationele groep Green-Air om alle wetenschappelijke kennis over het luchtzuiverend vermogen van planten te verzamelen.

Bomen, heggen, groene daken en groene wanden fungeren als een natuurlijke filter en zorgen voor een netto-afname van de concentraties fijn stof en schadelijke gassen in de lucht. Hoe groot die afname is, is sterk afhankelijk van de lokale situatie. In een smalle straat bijvoorbeeld zijn bomen met een grote kruin vaak minder aan te raden omdat ze de natuurlijke ventilatie kunnen verhinderen en daardoor de luchtverontreinigende stoffen gedeeltelijk gevangen houden. Een groene gevel die meer luchtdoorstroming toelaat, kan in dat geval een beter alternatief zijn. Studies naar het effect van groen op luchtvervuiling wijzen dan ook op lokale reducties die sterk variëren van 1 tot 60 procent.


De efficiëntie van die zuivering is afhankelijk van de plantensoort, plantarchitectuur, de luchtverplaatsing, de hoeveelheid licht én de initiële luchtvervuiling in de ruimte:

  • Hoe hoger de concentratie schadelijke stoffen, hoe sneller planten ze afbreken en omgekeerd
  • Hoe meer licht, hoe beter de zuivering
  • Hoe groter de luchtverplaatsing, hoe sneller de zuivering
  • Hoe hoger de dichtheid aan huidmondjes en hoe meer reliëf op het blad, hoe beter de zuivering.

Wat het afvangen van fijn stof betreft, zijn naaldbomen over het algemeen een betere keuze dan loofbomen. Maar ook bladkarakteristieken hebben hun effect. Zo zorgen bijvoorbeeld de aanwezigheid van haren, het type waslaag en de zouten en ionen op het bladoppervlak ervoor dat de depositiesnelheid wordt verhoogt. Bovendien is de complexiteit van de bladvorm van belang. Zo zijn genera met complexe bladeren zoals Pseudotsuga of Fraxinus beter in staat fijn stof af te vangen dan genera met eenvoudig gevormde bladeren.

Windstroming is echter de belangrijkste factor, zoals het voorbeeld van de grote kruin in een smalle straat illustreert.

 

Welke soorten vangen het meeste fijn stof?

Rekening houdend met de lokale situatie zijn sommige tuinsoorten beter geschikt om fijn stof af te vangen dan andere soorten.

Staan in de top 10: vlinderstruik (Buddleja davidii), gelderse roos (Viburnum opulus), haagbeuk (Carpinus betulus), steeneik (Quercus ilex), wollige sneeuwbal (Viburnum lantana), Japanse bottelroos (Rosa rugosa), meelbes (Sorbus aria), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), douglasspar (Pseudotsuga menziesii) en veldesdoorn (Acer campestre).

De minst effectieve soorten zijn Populus alba, Alnus glutinosa, Larix kaempferi, Larix decidua, Plantanus x acerilifolia, Acer pseudoplatanus, Robinia pseudoacacia, Quercus palustris, Rosa canina en Liquidambar styraciflua.

Green-Air heeft de wetenschappelijke kennis samengebracht in twee rapporten en twee toegankelijke brochures, een over bomen en planten in buitenlucht, ander over kamerplanten in binnenruimte. Daarmee willen ze de sierteelt- en groensector, milieudiensten en professionele groenaanleggers informeren over het effect van groen op luchtkwaliteit. Dit moet hen in staat stellen om geïnformeerde keuzes te maken. Siertelers kunnen hun teelten op deze nieuwe maatschappelijke behoefte afstemmen en nieuwe nichemarkten aansnijden. Landschapsarchitecten en groendiensten op hun beurt krijgen duidelijkheid over plantenkeuze en aanplant, en ook toeleveringsbedrijven, milieudiensten en private of publieke aanbesteders van groenprojecten kunnen effecten van groene elementen nu wetenschappelijk staven.

Beide brochures en rapporten (literatuurstudies) zijn beschikbaar op www.pcsierteelt.be