Congres / Open ruimte en wonen: ideale maten

Hoe kunnen we de kostbare open ruimte tot haar recht laten komen in woonontwikkelingen? Of omgekeerd: hoe kunnen we haar beschermen tegen ongewenste woonontwikkelingen? Dat is het uitgangspunt van het VRP-voorjaarscongres ‘Open ruimte en wonen: ideale maten’ op 24 april op de Thurn en Taxis-site in Brussel.

Open ruimte en wonen zijn kostbaar goed en vullen elkaar naadloos aan. Om kwalitatief te wonen hebben we immers open ruimte nodig: om te spelen, te ontspannen en andere mensen te ontmoeten. Jammer genoeg bedreigen woonontwikkelingen vaak de resterende open ruimte. Het congres staat in het teken van hoe we als planner en ontwerper kunnen omgaan met de complexe relatie tussen open ruimte en woonontwikkeling zodat beiden aan kwaliteit winnen. Voor de lunch wordt de Openruimtebeker uitgereikt aan een schepen en ambtenaar die het hebben opgenomen voor de open ruimte in de hun gemeente. In de namiddag belichten we in zeven workshops diverse aspecten van de wisselwerking wonen-open ruimte.


Initiatiefnemers van dit congres zijn de VRP, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), Team Vlaams Bouwmeester, Erasmushogeschool Brussel, Hogeschool Gent, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, Universiteit Hasselt, KU Leuven en Vrije Universiteit Brussel.

Programma

09.15 u  | Ontvangst met koffie

09.45 u | Opening met Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck en journaliste Tine Hens

10.00 u  | Ideale maten: Hans Keune (INBO) en Jacques Vink (Stichting De Natuurlijke Stad). Een gesprek over de relatie tussen open ruimte en gezondheid/geluk en de mogelijkheden om natuur te integreren in je ontwerp.

10.45 u  | Pauze

11.15 u   | Ideale maten: Filip De Rynck (UGent) en Marc Van Hee (Provincie Antwerpen). Een gesprek over de kansen en randvoorwaarden voor lokale besturen om open ruimte te beschermen en versterken in hun gemeenten.

12.00 u  | Uitreiking prijs ‘Ideale Maten’ voor tandem ‘schepen-ambtenaar’ uit een Vlaamse stad of gemeente.

12.20 u  | Middagpauze

13.15 u   | Namiddagworkshops

15.30 u  | Slot. Sylvie Van Damme (HoGent) poneert ‘drie open ruimte principes voor planning’ en legt ze voor aan Bram Tack (Intercommunale Leiedal) en Nicolas Bearelle (Re-vive).

16.30 u  | Receptie

Van 12.30 tot 12.50 u geeft Inge Liekens (VITO) een korte toelichting bij de natuurwaardeverkenner. In opdracht van het Departement Omgeving en het Agentschap voor Natuur en Bos lanceert de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) binnenkort de nieuwe Natuurwaardeverkenner. Deze vrij beschikbare tool stelt gebruikers in staat om de impact van veranderingen in een landelijke en stedelijke omgeving op ecosysteemdiensten als voedselproductie, verkoeling, recreatie en water-infiltratie te berekenen en te vatten in interessante indicatoren. Je tekent als gebruiker zelf je maatregelen op een kaart en de tool doet de rest. Werking en gebruik van de tool worden gedemonstreerd tijdens deze sessie.

Namiddagworkshops

1. Hou open ruimte open

In deze sessie verkennen we concrete juridische instrumenten en strategieën om open ruimte te beschermen tegen ondoordachte bebouwing en om mogelijkheden ten opzichte van bestaande bebouwing aan te passen.

• Paul Wuillaume (OMGEVING) vertelt welke processen ze gelopen hebben in de gemeenten Geel en Bornem om woongebied te herbestemmen naar open ruimte en welke instrumenten ze daarvoor gebruikt hebben.

• Marjolijn Claeys (Voorland) licht toe wat de rol van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan zijn in een strategie van kernversterking en hoe dit instrument kan ingezet worden om verder verdichten in slecht gelegen verkavelingswijken tegen te gaan.

• Tim Vekemans (RE-ST architecten) licht de praktijk van het niet-bouwen toe. Hoe kun je als architect streven naar een minimum aan bouwen bij opdrachten? Welke onverwachte kansen en innovatieve ideeën dienen zich aan als je jezelf en de opdrachtgever overtuigt om ruimte als schaars goed te benaderen?

• Tenslotte neemt Hans Leinfelder (KU Leuven) ons mee tot op het kleinste schaalniveau om open ruimte te realiseren: de sloop van een gebouw of een verharding. Het project ‘Ruimte voor sloop’ van de KU Leuven en HoGent draagt het bouwmeesterlabel en tracht een maatschappelijk draagvlak te creëren voor het terugdringen van de verharding in de Vlaamse open ruimte

2. Creëer een openruimtestructuur binnen en buiten de kern

Dorpen en steden van de toekomst zullen plekken moeten zijn met blauwe en groene netwerken als basisinfrastructuur. Die zullen immers garant kunnen staan voor voldoende waterberging en -buffering die ons als gevolg van de klimaatverandering meer en meer parten zullen spelen. Dat groen en blauw ook aangename woon- en leefomgevingen bieden, tonen de drie verhalen die in deze workshop centraal staan.

• De Woluwevallei. Maarten Sper (VLM). Dit project wil open ruimte en natuur vrijwaren in de groene rand van Brussel, een gebied dat onder zware verstedelijkingsdruk staat. Het project loopt in Wezembeek-Oppem, Kraainem, Zaventem en Tervuren. De stakeholders en bewoners werden warm gemaakt voor het project omdat VLM liet zien welke ongelofelijke meerwaarde het opnieuw openleggen van de Woluwe en haar zijlopen kan bieden.

• Gooik. Frederic Rasier (Maat-ontwerpers). In het landelijke Gooik ging Maat-ontwerpers op zoek naar de betekenis van open ruimte in de bebouwde kern. Dit werd onderzocht door een veelzijdige woonomgeving van woonerven, linten en clusters uit te bouwen in een aantrekkelijk landschap van open kouters en ingesneden groene valleien, met aandacht voor een vitaal gemeenschapsleven. Het bureau onderzocht ook de mogelijke rol van planologische ruil.

• Gemeente Puurs. Koen Van den Heuvel (burgemeester). Het masterplan ‘Tuinen van Puurs’ vertrekt vanuit een landschappelijke visie op nieuwe tuinen in de gemeente. Aan die visie worden vervolgens nieuwe bebouwing en voorzieningen gekoppeld. Het Masterplan verbindt vier projectgebieden met tal van tuinen als informele ontmoetingsruimten. Op deze manier kan het versteende centrum aangevuld worden met publieke groene tuinen. Het masterplan, dat momenteel in uitvoering is, voorziet ook zes nieuwe tuinen.

3. Voorrang voor openruimtefuncties

De functies van de open ruimte zijn divers. Hoe geef je ze vorm in  planning en ontwerp? En hoe leg je de relatie met wonen?

• Hans van Bavel (Collectief Noord) licht het project ‘Werve Hoef’ in Wijnegem toe. Op een site van circa 11 ha ontwikkelen het gemeentebestuur en sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning een duurzame wijk. De nieuwe wijk zal plaats bieden aan nagenoeg 300 woningen. Het masterplan voorziet in stadslandbouw die zowel functioneel, landschappelijk als sociaal-educatief bijdraagt aan de woonwijk.

• Kobe Vanhaeren (BUUR) geeft beeld en uitleg bij ‘De Hoekakker’, een gebied in eigendom van sociale huisvestingsmaatschappijen. De stad Antwerpen en het district Ekeren willen dat het groen maximaal bewaard blijft en ingericht wordt als park. Waterberging is essentieel. Daarom wordt de bebouwing geconcentreerd langs de randen van het gebied.

• Bart Van Gassen (Tractebel-Engie) neemt ons mee naar de Striemerbeekvallei, een achterkant in de sterk verstedelijkte ruimte van Genk. Het landschap is sterk versnipperd en op bepaalde plaatsen wordt de beleving gedomineerd door de aanwezigheid van zware infrastructuur. Het ontwerp vertrekt vanuit duidelijke kansen voor het gebied: rustige plekken, interessante ecologieën en boeiende verbanden met de omgeving.

• Eli Devriendt (Stad Oostende) vertelt hoe functies bewust kunnen ingezet worden opdat bewoners zich de open ruimte toe-eigenen en omarmen. Het ontwerp van het Groen Lint in Oostende bevestigt de groene gordel rond de stad als grens voor verdere uitbreiding. Tegelijk maakt het van deze ‘achterkant’ een ‘voorkant’ door functies als stadslandbouw, duurzame mobiliteit en recreatie.

4. Wat mag waar (niet): een duidelijk kader als basis voor onderhandelingsgesprekken

Stevig onderhandelen levert maatschappelijke winst op, ook op vlak van open ruimte. Als ruimtelijk planner heb je een kader nodig waarbinnen je op een comfortabele manier de onderhandelingen kan aanvangen. Aan de hand van praktijkvoorbeelden maken we kennis met dit kader en kijken we even achter de schermen naar de praktijk van het onderhandelen.

• Kris De Langhe (Orientes) schetst de logica achter een duidelijk kader voor vergunningen. Duidelijkheid scheppen over wat vergunbaar is, maakt de risico’s voor de ontwikkelaar beheersbaarder. Zo kan de meerwaarde de kwaliteit van de ontwikkeling ten goede komen.

• Danny Vaes (IOK Plangroep) legt uit hoe een woonomgevingsplan een ‘stap nul’ kan zijn dat vervolgens concrete vertaling krijgt tijdens de onderhandelingen met ontwikkelaars. Vanuit zijn ervaring met het woonomgevingsplan van Rijkevorsel leren we wat essentieel is bij de opmaak van een dergelijk plan en wat de valkuilen zijn.

• Debbie De Spiegeleire (Stad Gent) past dit toe via het ‘RUP Wonen’ en het ‘RUP Groen’ die samen een duidelijk kader vormen voor ontwikkeling en open ruimte.

5. Open ruimte winnen door te rekenen en te onderhandelen

We hebben te lang ondoordachte ontwikkelingen toegelaten in Vlaanderen en dat vreet aan onze ruimtelijke kwaliteit. Het feit dat overheden en projectontwikkelaars een andere taal spreken – en goede bedoelingen hierdoor misschien ongewild gefnuikt worden – doet daaraan geen goed. Door te begrijpen hoe projectontwikkelaars werken en denken, kun je beter met hen in overleg treden en zo meer doordacht ontwikkelen. Hoe bereken je de waarde van het ontwikkelingsgebied, wat is daarin de waarde van de open ruimte, en hoe kijkt de ontwikkelaar er naar?

• Bart Aerts (Leidsman) biedt een overzicht van do’s-en-don’ts en toont hoe ontwikkelaars projecten financieel waarderen.

• Peggy Totté (ruimtelijk planner) toont hoe je als ontwerper een rekentabel kunt toevoegen aan je masterplan. Deze tabel toont wat de open ruimte ‘kost’ bij ontwikkeling en wie kan aangesproken worden om die kost te betalen. Ze illustreert dit a.d.h.v. een herkenbaar voorbeeld: een woningbouwproject waarin belangrijke delen van een beeklandschap gevrijwaard moeten blijven.

6. Overtuig je burgers

Heeft de Vlaming echt een baksteen in de maag? Welk wensen schuilen er achter het huisje-tuintje ideaal? En hoe kunnen we deze wensen invullen via het versterken van open ruimte? Vanuit de pedagogische en gedragswetenschappen gaan we na hoe we de keuze voor een duurzaam wonen de meest evidente keuze kunnen maken. In deze workshop krijg je een beknopte inleiding ven de sprekers en ga je vervolgens zelf aan de slag.

• Ewoud Monbaliu (Levuur) leert ons alles over gedrag en hoe je kunt inzetten op gedragsverandering via het 7E model.

• Sven Devischer, Jo Boonen en Marlies Marreel (Hogent) gaan in op één van de grote motivators waarom mensen de kern verlaten: speelruimte voor de kinderen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat kinderen mogen, willen en kunnen spelen in de kern? Via hun onderzoek naar de beleving en de noden kinderen die in een appartement wonen, krijgen we zicht op wat voor hen belangrijk is.

7. Ontdek de site Tour en Taxis

Wandeling op gastlocatie Tour en Taxis. Met Frank Vermoesen (Leefmilieu Brussel)