Bouwmeester Label voor ‘Stedelijke natuur’

Voor het negende jaar op rij ging het Team Vlaams Bouwmeester met het Bouwmeester Label (BWMSTR Label) op zoek naar sterke ruimtelijke concepten en geïntegreerde onderzoeksvragen die een positief maatschappelijk verschil kunnen maken. Een van de geselecteerde projecten is ‘Stedelijke natuur’ van de ontwerpbureaus 1010, FALLOW en GRUE.

 


Ontwerpbureaus 1010, FALLOW en GRUE zijn elk op hun manier geïnteresseerd in het creëren van een nieuwe alliantie met de natuur, de ‘levende materie’ van onze steden. In de dagelijkse praktijk zien ze bij publieke opdrachtgevers onvoldoende ambitie om natuurinclusief te ontwerpen en te bouwen, en te vertrekken vanuit het perspectief dat de mens slechts een onderdeel is van een groter ecosysteem. De uitdaging is gigantisch, maar met dit project willen ze het onderwerp alvast meer zichtbaarheid geven in het lokale architectuurdiscours en een paar hefbomen ontwikkelen om natuurinclusief ontwerpen en bouwen te stimuleren.

De ontwerpers vertrekken van een reeks korte interviews waarin ze een aantal geselecteerde actoren bevragen over de noodzaak van een paradigmaverschuiving naar natuurinclusief ontwerpen en bouwen. In Brussel denken we dan ondermeer aan mensen zoals Serge Kempeneers die spreekt over het “levensdodend” onderhoud van groene ruimtes, Simon de Muynck en zijn “buumplanters” of Clementine Delahaut van “Navez Possibles”. Tegelijkertijd zal een reeks korte interviews dienen om te benadrukken dat “stedelijke natuur” heel anders kan worden gekarakteriseerd dan “natuur” tout court: denk aan de “queer ecologieen” van Gandy, het “derde landschap” van Clément, de “selectieve blindheid” van Monbiot, het “ecofeminisme” van Zitouni, de “feral atlas” van Tsing, de “stadsecologie” van Forman, de “ecopolis” van Tjallingii, of nog de “natuur op 10 minuten” van Dirk Sijmons.

Op basis van deze interviews organiseren ze een masterclass met een drietal sessies, telkens in een andere stad. Stedelijke diensten kunnen dan hun ‘best practices’ delen, bijvoorbeeld in Gent het Kapitein Zeppos-park, of in Brussel het evolutieve park aan de Ninoofse poort. Daarna volgt een werksessie waarbij de deelnemers gezamenlijk exploreren wat het natuurinclusief ontwerpen van een specifieke stedelijke biotoop kan betekenen (bijvoorbeeld in een supermineraal milieu zoals de Noordwijk of het Zuidstation; een middelgroot brownfield; een ingesloten landbouwperceel of een woonblok). De workshop wordt geleid door een multidisciplinair team en omvat een rondleiding op de respectievelijke sites om te benadrukken wat er vandaag al te vinden is.

Vanuit deze ambitie willen we het BWMSTR LABEL gebruiken als een springplank om het natuurinclusief ontwerpen en bouwen te lanceren in het Vlaamse architectuurdiscours.