Beheersing van Buxusschimmel

De schimmel Cylindrocladium buxicola (syn. Calonectria pseudonaviculata) is een plaag voor de buxus. In België is onderzoek gedaan naar hoe de ziekte te bestrijden is. Dit onderzoek werd bekroond met de Prijs Phytofar.

Buxus is één van de populairste planten in tuin en openbaar groen en is economisch gezien erg belangrijk voor de sierteeltsector. Jammer genoeg wordt de plant sinds een tiental jaar bedreigd door een nieuwe blad- en twijgziekte, veroorzaakt door de schimmel Cylindrocladium buxicola.


De nieuwe naam voor deze schimmel is Calonectria pseudonaviculata. Tot voor kort was slechts weinig bekend over deze ziekte, waardoor bestrijding moeilijk en weinig efficiënt was. Op vraag van de sierteeltsector werd daarom in 2009 het IWT-onderzoeksproject ‘Geïntegreerde beheersing van Cylindrocladium buxicola in Buxus’ gestart op het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).

Het onderzoek streefde naar kennis benodigd voor een effectieve en duurzame geïntegreerde beheersing van de ziekte, waarbij chemische bestrijding, teelttechniek en waardplantresistentie optimaal worden ingezet.

De bekomen kennis werd vertaald in adviezen die de insleep en ziekteontwikkeling aanzienlijk kunnen beperken, die toelaten fungiciden effectief én duurzaam in te zetten en gebruikers en producenten in staat stellen om weinig vatbare buxuscultivars te selecteren en resistente cultivars te ontwikkelen. Het geheel van de opgebouwde kennis, de ontwikkelde detectie- en determinatietechnieken en de bestaande adviesdiensten zorgen ervoor dat de buxussector vandaag de dag in staat is om de ziekte effectief en duurzaam te bestrijden. De infectiecondities, verspreiding en overleving van de schimmel werden uitgebreid onderzocht. Effectieve fungiciden werden geïdentificeerd. Tot slot werd de vatbaarheid van diverse buxussoorten en -cultivars bepaald en werd de mogelijkheid tot resistentieveredeling nagegaan

Op basis van dat onderzoek besteedt het blad Sierteelt & Groenvoorziening van het AVBS onder de noemer ‘Naar een geintegreerde beheersing van de buxusziekte cylindrocladium buxicola’ in drie artikelen aandacht aan de bestrijding van deze ziekte.

Bestrijding
In het artikel ‘Een duurzame chemische bestrijding’ wordt dieper ingegaan op de duurzame chemische bestrijding van de schimmel. Er zijn diverse bestrijdingsmiddelen op de markt tegen C. buxicola in Buxus, maar die bevatten slechts zes verschillende actieve chemische bestanddelen uit vier verschillende chemische groepen. Om het gevaar van resistentie te beperken wordt aangeraden om behandelingen af te wisselen met producten uit verschillende chemische groepen.
Uit het onderzoek bleek ook dat C. buxicola niet uit een, maar uit twee genetische groepen bestaat. Hoewel het type G1 het meeste voorkomt (90%), wint type G2 aan terrein. Dit laatste type blijkt tolerant te zijn tegen een aantal bestrijdingsmiddelen. Er wordt nu gewerkt aan een middel dat beide typen kan bestrijden.

Onderbegieting
De sporen van C. buxicola worden voornamelijk door regenbuien en bovenbegieting (bv. sprinklers) verspreid, valt te lezen in het artikel ‘Goede cultuur- en onderhoudspraktijken’. ‘Directe verspreiding kan gedeeltelijk tegengegaan worden door meer ruimte te laten tussen individuele planten, of tussen verschillende teeltblokken of aanplantingen.’ Daarnaast dient indirecte verspreiding van sporen door opspattend water geminimaliseerd te worden door te zorgen voor een goede velddrainage, door het afdekken van open drainagegoten, of door voldoende afstand te bewaren tussen planten en (open) drainagegoten. Om het infectieproces door C. buxicolasporen te onderbreken, moet bladnat zoveel mogelijk vermeden worden. Het gebruik van onderbegieting in plaats van bovenbegieting is daarbij volgens het artikel een heel effectieve maatregel.

Alternatieven
Het gebruik van weinig vatbare soorten en cultivars kan worden beschouwd als de meest duurzame én effectieve oplossing voor de Cylindrocladiumproblematiek, stellen de auteurs in het artikel ‘Optimaal gebruik van waardplantresistentie’. In het onderzoek werd van 33 buxussoorten en cultivars de gevoeligheid bepaald. Hoewel geen enkel van de geteste soorten en cultivars volledig resistent blijkt tegen C. buxicola, werden er wél grote verschillen in waardplantgevoeligheid waargenomen.
De geteste buxussen werden verdeeld in drie klasses: zeer, matig en weinig gevoelig. Daaruit bleek dat juist de meest gecommercialiseerde soort, B. sempervirens, en zijn cultivars, matig tot zeer vatbaar zijn ten opzichte van C. buxicola. De auteurs adviseren dan ook om klanten te wijzen op het bestaan van minder gevoelige soorten en te opteren voor de buxus die past bij de mogelijkheden van de klant.

Prijs Phytofar

Bjorn Gehesquière (projectmedewerker PCS en ILVO, 2009-2013) onderzocht in zijn doctoraat ‘Cylindrocladium buxicola nom. cons. prop. (syn. Calonectria pseudonaviculata) on Buxus: molecular characterization, epidemiology, host resistance and fungicide control’ verschillende bestrijdingsmethodes om de buxusziekte efficiënt en duurzaam te beheersen en wint hiermee de Phytofar Instituut doctoraatsprijs.