De transitie naar een natuurinclusieve stad

Het Nederlandse ministerie van LNV heeft de brochure “De transitie naar een natuurinclusieve stad” gefinancierd waarin gekeken wordt welke rol de vastgoedsector kan spelen om ervoor te zorgen dat steden meer natuurinclusief worden.

 


Natuurinclusief bouwen betekent dat er bewust ruimte voor biodiversiteit wordt gecreëerd op, aan of in het gebouw of de (openbare) omgeving, zodat er meer diverse planten- en diersoorten kunnen leven. Hiermee wordt gezorgd voor een betere leefomgeving van mens en dier, bijvoorbeeld door het aanleggen van groene gevels of binnentuinen, planten van bomen en struiken, integreren van nestkasten of aanleggen van natuurlijke vijvers.

Er is een toenemend bewustzijn van de waarde van meer groen in onze steden. De aanwezigheid van voldoende groen in de stad is cruciaal voor milieu, klimaat, gezondheid en welzijn. Toch legt groen het vaak af tegen grijs en blauw. Wonen, werken, voedselproductie, energieproductie, transport, recreatie en water eisen veel ruimte op. De laatste jaren betrekken lokale overheden steeds vaker burgers, lokale organisaties en het bedrijfsleven bij het vergroenen van de stad. De belangrijkste speler hierin is de vastgoedsector. Architecten, projectontwikkelaars, stadsplanners, woningcorporaties en bouwbedrijven hebben veel invloed op de ruimtelijke ontwikkelingen binnen steden. Daarmee hebben ze ook invloed op de hoeveelheid en kwaliteit van het ruimtelijk groen.

Vastgoedsector

Tot voor kort werd door veel vastgoedpraktijken ‘groen’ als sluitpost gezien. Echter door een grotere bewustwording van burgers en overheden voor het belang van een gezondere leefomgeving wordt de druk op de vastgoedsector groter. Burgers en bedrijven zijn steeds vaker bereid meer te betalen voor onroerend goed in een groene omgeving. Voor de vastgoedsector blijft het een uitdaging om een mindset te creëren richting meer groen en nieuwe verdienmodellen met meer groen te ontwikkelen. Een transitie naar natuurinclusief bouwen zal niet zomaar gebeuren en zal gestimuleerd moeten worden door bijvoorbeeld nieuwe wetgeving of een ander financieringsmechanisme.

Praktijkvoorbeelden

In de brochure staan drie casestudies van natuurinclusief bouwen.

In Amsterdam Sloterdijk staat Amsterdam Vertical. Dit project bevat een woontoren van ongeveer 70 meter hoog met commerciële ruimten en een gedeelde leefruimte. Daarnaast staat een woontoren van 35 meter en daaromheen zijn tweelaagse woningen gebouwd. Om leefruimte te bieden aan vogels, insecten en zoogdieren zijn de platte daken en gevels voorzien van vegetatie. Op de hoogste daken wordt permanent water opgeslagen om het groen te voeden.

 

Een ander project is Wickevoort in de Haarlemmermeer. Deze woonwijk in ontwikkeling heeft als doel een gastvrije, rustige, duurzame omgeving te zijn die bewoners verbindt met elkaar en de natuur.

 

Als laatste wordt de Trudo Toren in Eindhoven genoemd. Deze duurzame, van veel groen voorziene toren heeft 125 sociale huurwoningen. Op de begane grond bevinden zich publieke en commerciële ruimten. De toren is ontworpen door architect Stefano Boeri die een voorloper is in het natuurinclusief bouwen.

De brochure De transitie naar een natuurinclusieve stad is gebaseerd op het achtergrondrapport “De bijdrage van de vastgoedsector aan een natuurinclusieve leefomgeving“, uitgevoerd door Wageningen University and Research.