Betere luchtkwaliteit via planten dankzij Green Air

In oktober is Green Air van start gegaan. Dat project van de UGent onderzoekt het effect van groen op de luchtkwaliteit in de stad en in de huiskamer.

Green Air brengt alle actoren samen die betrokken zijn op het effect van groen op de luchtkwaliteit in de stad en in de huiskamer. Door kennisuitwisseling zal de sierteeltsector zich ook anders in de lokale- en internationale markt kunnen positioneren. Bovendien komen toeleveringsbedrijven van groen voor gebouwen en groendiensten zo te weten hoe de aanplanting van groen in de stad het meest optimaal kan gebeuren.


Planten meten luchtkwaliteit
Uit een recente studie naar de Antwerpse luchtkwaliteit bleek dat de gezondheidsnorm voor de uitstoot van stikstofdioxide (NO2) in bijna de helft van de meetpunten werd overschreden. In deze studie werd aan 2000 deelnemers gevraagd om gedurende een maand een bord aan hun gevel te hangen met daarin enkele meetsensoren.

In vergelijkbare projecten uit het verleden werden planten gebruikt als meetstations om metaaldeeltjes en het fijn stof gehalte in de stadslucht te meten. Hiervoor werden aardbeienplantjes gebruikt in Antwerpen en kroppen sla of klimop in Gent.

Ook hier bleek telkens dat de luchtkwaliteit in onze steden niet optimaal is en er nog maatregelen kunnen genomen worden om deze te verbeteren.

Gezondere lucht
Maar kunnen we nog een stap verder gaan en kunnen planten naast het meten ook gebruikt worden om de luchtkwaliteit in onze steden en huiskamers te verbeteren? Zoja, welke planten zijn hiervoor dan het best geschikt?

Op deze vragen wil het project Green Air een antwoord bieden. Doel van Green Air is om via de uitwisseling van kennis omtrent sierplanten een gezondere binnen- en buitenlucht te bekomen.

‘Green Air’ is een operationele groep die bij de Vlaamse Overheid werd ingediend door prof. Marie-Christine Van Labeke van de faculteit  Bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent.

“Ons project heeft als doel om alle actoren betrokken bij het effect van groen op de luchtkwaliteit in de stad en in de huiskamer bij elkaar te brengen en bruggen te slaan tussen de verschillende sectoren”, vertelt prof. Van Labeke.

“Vernieuwing in de land- en tuinbouw is belangrijk om economische ontwikkelingen te realiseren en tegemoet te komen aan maatschappelijke uitdagingen”, vindt prof. Van Labeke. “Deze oproep sluit aan bij de ‘European Innovation Partnerships’ van de Europese Commissie om de interactie tussen onderzoek en praktijk te stimuleren. Het volgt een bottom-up-benadering, waarin betrokkenen zich kunnen organiseren in een operationele groep rond een concreet vraagstuk uit de praktijk”.

Prof. Van Labeke: “In het algemeen is er al een toenemende aandacht voor de rol van planten bij het terugdringen van de luchtvervuiling buiten- en binnenshuis. Het gebruik van sierplanten in de woonkamer en heesters of bomen in de openbare ruimtes kan effectief bijdragen tot het zuiveren van lucht en het reduceren van de pollutie.”

Toch is het volgens de Gentse professor niet steeds duidelijk welke planten bijdragen tot de reductie van welke polluenten en hoe effectief deze reductie ook daadwerkelijk is.

“Welke planten bijvoorbeeld het meest geschikt zijn om fijn stof en NO2 uit de buitenlucht te zuiveren, het klimaat te bufferen of effectief vluchtige organische verbindingen in de huiskamer te zuiveren is onvoldoende gekend.” Voorbeelden van deze verbindingen zijn benzeen en formaldehyde, resp. te vinden in schoonmaakmiddelen en oud isolatiemateriaal, en beiden mogelijk kankerverwekkend.

 Deelnemers aan het project
“Ook binnen de Vlaamse sierteelt ontbreekt hierrond belangrijke kennis en daarom hebben we ‘Green Air’ ingediend, aldus prof. Van Labeke. “De operationele groep werd dan ook aangevraagd vanuit de Sierteelttechnopool. Dit is een samenwerkingsverband tussen de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent, de faculteit Natuur en Techniek van de Hogeschool Gent, ILVO-Eenheid Plant en het Proefcentrum voor Sierteelt.

Daarenboven vond de Technopool het opportuun om ook beroep te doen op de expertise van prof. Samson van de Universiteit Antwerpen, van het ‘Airbezen’ project, en de Vlaamse Milieumaatschappij. (VMM).

“Tot slot participeren er nog acht andere actoren, die ofwel de brede sierteelt of het openbaar groen vertegenwoordigen of zelf sierteler zijn”, zegt Van Labeke. “De Vlaamse sierteeltsector is dan ook effectief vragende partij om groen te produceren dat een maatschappelijke meerwaarde kan bieden in de stedelijke omgeving maar ook in de woonkamer.”

2 jaar data verzamelen
‘Green Air’ startte op 1 oktober 2016 voor een periode van 2 jaar. In deze periode worden data verzameld over de extra functies die aan planten kunnen toegeschreven worden, zoals luchtzuiverend, therapeutisch of klimaatregelend. Via interactieve sessies, een studiedag en een praktijkgerichte brochure worden deze data overgebracht naar de sector en de maatschappij.

“Hierdoor kan de Vlaamse sierteler zijn teelten afstemmen op een actuele maatschappelijk behoefte voor een bevordering van het binnen- en buitenklimaat”, besluit prof. Van Labeke. “Door deze kennis kan de sector zich ook anders in de lokale- en internationale markt positioneren. Daarenboven komen toeleveringsbedrijven van groen voor gebouwen en groendiensten zo te weten hoe de aanplanting van groen in de stad het meest optimaal kan gebeuren.”